Gemeente – Fundamenten

Betreft: Fundamenten van de gemeente (Ef 2:20; 1 Ko 3:10 en Rm 15:20)

Vraag:

Hoeveel fundamenten heeft de gemeente eigenlijk?

Antwoord:

1) Bezien we de Gemeente als gebouw van God dan is Christus Jezus:
a. de rots waarop de Gemeente wordt gebouwd (Mt 16:1; 8),
b. het fundament van de Gemeente (1 Ko 3:11),
c. de hoeksteen van het fundament (Ef 2:20),
d. de levende steen (1 Pt 2:4).

De gelovigen zijn de bouwstenen, onder hen nemen de apostelen een bijzondere plaats in als stenen van het fundament (Ef 2)

2) De Gemeente is echter in het leven geroepen door het werk van mensen onder leiding en werking van de Heilige Geest. Zo gezien is de mens een arbeider van God (1 Ko 3: 9).
In de heidenwereld is de Gemeente ontstaan door de prediking van Paulus. Hij heeft in de heidenwereld van de Gemeente het fundament gelegd. (1 Ko 3:10). Hoe heeft hij dat gedaan? Door Christus te prediken. Bedoelt Hij nu te zeggen, dat Christus slechts het fundament is van de christelijke leer? Dat geloof ik niet. We moeten nooit de prediking los denken van wat ze uitwerkt. Paulus heeft door de zuivere prediking van het evangelie het fundament van de Gemeente (in de heidenwereld en dus ook in Korinthe) gelegd. Het absolute fundament is Christus, wie iets anders predikt, predikt geen christendom, maar een of andere menselijke filosofie of pseudoreligie.
Zo iemand legt dus praktisch niet het fundament van de Gemeente.

Dus: Christus is het fundament van de Gemeente in dezelfde zin als Hij de rots, de hoeksteen, de levende steen is. Hierop ziet vers 11.
Paulus heeft door Christus te prediken het grondleggend werk verricht. Overal zijn Gemeenten ontstaan, maar vanuit reeds gevestigde gemeenten wordt in andere plaatsen dit werk voortgezet.
Nu hangt het er maar van al of zij, die verder werken daar waar Paulus gewerkt heeft met goed materiaal bouwen.

Er wordt dus op verschillende manieren over fundamenten gesproken. We kunnen daarbij onderscheiden:
a Het fundament van apostelen en profeten met Christus als hoeksteen (Ef. 2:20) In Ef. 2 worden de apostelen en profeten bij het fundament ingeschakeld omdat daar alleen aan de Gemeente gedacht wordt als geestelijk huis door God gebouwd, waarbij de gelovigen stenen zijn en de apostelen en profeten heel bijzondere stenen, namelijk fundamentstenen.

b Het fundament Christus (1 Ko 3:11). In 1 Ko 3 wordt zoals gezegd de Gemeente gezien als gebouwd door mensen. Ze wordt dan gevormd doordat Christus gepredikt wordt. Paulus predikte Christus en legde dus het goede fundament. De gelovigen die tot bekering kwamen werden op dat fundament, op Christus gebouwd. Dit fundament door Paulus gelegd (1 Ko 3:10) ziet op zijn prediking en op het resultaat daarvan (denk aan de vereenzelviging van zaad en wat eruit spruit in de gelijkenissen van Mt 13). Paulus heeft het fundament van de Gemeente in de heidenwereld gelegd. Anderen zetten zijn werk voort.

c. Het fundament gelegd door andere predikers (R, 15:20). Dat ziet niet op het grondleggende werk in de heidenwereld in het algemeen, want dat fundament heeft Paulus gelegd, zie b. Het ziet op het grondleggende werk in bepaalde plaatsen en gebieden, waar zij als eersten gingen werken. Daar wilde Paulus niet arbeiden, hij wilde gaan waar Christus nog niet gepredikt was.

d. Het fundament van God genoemd in 2 Tm 2:19. Dit is meer abstrakt bedoeld. Je zou kunnen zeggen: er is een vaste grondslag van God, een onwankelbaar grondprincipe.

e. Het fundament dat we leggen door rijk te zijn in goede werken (1 Tm 6:19). Daar gaat het om een goede grondslag voor de eeuwigheid. We hebben dan een grond gelegd waarop we kunnen staan.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies