Betreft: Gn. 14: 18-20/ Hb7: 1-10
Vraag:
Uit Hb 7 blijkt dat Salem vrede betekent. In dat hoofdstuk staat ook dat hij zonder vader en moeder was en priester voor altijd. Hij moet dus een directe schepping zijn van God, die de Zoon van God gelijkgesteld is. Hij kan dus geen koning zijn van een heidense stad (vgl. Ez. 16: 3).
Antwoord:
In Gn. 14 staat dat Melchizedek koning van Salem was. Dat is dus een stad en wel een stad op aarde. En die moet gelegen zijn tussen de plaats in het noorden waar Abraham Lot bevrijdde en Sodom waarvan de koning Abraham tegemoet gaat nadat deze al teruggekeerd is uit het Noorden. Anders gezegd Salem moet ergens in Kanaän gelegen hebben.
Er is dus alles voor te zeggen, dat Salem identiek is met Jerusalem, want het woorddeel ‘salem’ in Jerusalem komt er mee overeen en de naam Jerusalem komt maar niet zo uit de lucht vallen. We vinden de naam Salem in Ps. 76: 3 in één adem genoemd met Sion. En Adoni-Zedek (Jz. 10: 1,3) een latere vorst van Jeruzalem, heeft het woord zedek (‘gerechtigheid’) ook in zijn naam. Dat herinnert dus aan Melchizedek, ook al regeerde Adoni-Zedek niet in overeenstemming met zijn naam.
Hb 7 geeft vervolgens aan dat het koningschap van Melchizedek door twee dingen wordt gekenmerkt: gerechtigheid – dat zit verscholen in de naam Melchizedek; vrede – dat is de betekenis van de naam van de stad waarover hij regeert.
Vervolgens is deze Melchizedek priester. Hij is dus priester-koning van Salem of Jerusalem. Zo was Jethro, de schoonvader van Mozes ook een priester.
Waarom zou Jerusalem niet voor een tijd een dergelijke priester-koning gehad kunnen hebben, die het uit de afgoderij optrok, waarin het helaas later weer teruggevallen is?! Nineve bekeerde zich op de prediking van Jona en kende een tijd van omkeer, maar viel later helaas ook weer terug in de afgoderij.