Vraag:
De mens is gelijk geworden aan één van ons (vertaling het Boek). Wie zijn Ons? Aan wie van die ons is de mens gelijk geworden. De mens staat toch veel lager dan God?
Antwoord:
Met ‘Ons’ wordt geduid op God. Deze meervoudsvorm is al een heenwijzing dat er meerdere personen zijn in de Godheid, te weten de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
De uitdrukking ‘als één van Ons’ moet niet gelezen worden alsof de mens aan één van de drie gelijk is. De NBG vertaling heeft ‘is geworden als Onzer een’ en dat geeft de bedoeling beter weer. Wij zeggen ook wel van iemand die bij ons hoort, hij is een van ons.
De uitdrukking ‘Onzer een’ betekent niet dat de mens in alles gelijk zou staan met God. Er staat achter ‘door de kennis van goed en kwaad’. De Statenvertaling geeft de tekst letterlijker weer met ‘kennende het goed en het kwaad’. Blijkbaar geeft dat aan in welk opzicht de mens ‘Onzer een’ geworden is. Hij kent nu het goed en kwaad, net als God. Het heeft dus niet te maken met gelijkheid in positie, maar in gelijkheid op het gebied van een bepaalde kennis.
Daarbij is er nog dit belangrijke verschil: God kent het kwaad maar wordt er niet door beheerst, wij mensen kennen het kwaad en van natuur zijn we eraan onderworpen tenzij we bevrijd worden door het geloof in Jezus Christus