Genesis 06:05 Wij bedenken toch ook nog wel goede dingen?

Genesis 6:5
Betreft: Gn. 6: 5; 8: 21

Vraag:

Wij bedenken toch ook nog wel goede dingen?

Antwoord:

Deze verzen slaan niet op de bekeerde mens, maar op de natuurlijke mens zoals hij afstamt van Adam. Uit het hart van die mens komen slechte dingen voort (vgl. Mt. 15: 19).
Er wordt een algemeen oordeel over de mens gegeven vanuit het gezichtspunt van God. God ziet niet alleen wat een mens doet, maar Hij kent ook de beweegredenen waaruit de daden van de mensen voortkomen.

Wat het gedrag van de mensen betreft zijn er onderscheidingen: er zijn bruten, dronkaards, zedelozen; maar ook mensen die uiterlijk netjes leven. In het horizontale vlak gezien maakt het natuurlijk wel uit hoe de mens leeft. Het maakt dan verschil of je als dronkaard door het leven gaat of als oppassend burger.

In het verticale vlak maakt het echter geen verschil, want God ziet de bron van alle daden, ook van die nette oppassende daden.

Het is ermee als met een vader die zijn zoon opdracht geeft zijn speelgoedkast op te ruimen. Zoonlief vind zijn kast echter netjes genoeg en denkt als vader wat van me wil dan zal ik het grind wel harken. Als hij daarmee bezig is zullen de buren denken: Wat een geweldige zoon heeft onze buurman. Wat een behulpzame jongen. Als de vader van de jongen echter thuiskomt en ziet dat de kast niet opgeruimd is, dan heeft het grind harken voor hem geen waarde, want de gedachten / overleggingen van de jongen waren boos. Zo is het met de mens ook. God roept ieder mens op zich te bekeren. Als men dat niet doet en men meent met goede werken, humaan gedrag toch goed voor de draad te komen dan vergist men zich. Dat gedrag heeft voor God geen waarde, want het draait uiteindelijk om de mens. God beoordeelt de overleggingen en die zijn boos.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies