Genesis 09:06 Doodstraf

Betreft: Gn.9: 6

Vraag:

Onder de wet was er genade (zie 2 Sm.12: 5, 13). Hoeveel te meer in deze bedeling van genade. Is het dan niet goed dat de doodstraf is afgeschaft? Zijn wij soms niet te wettisch?

Antwoord:

Onder de wet werd in bepaalde gevallen door God genade bewezen. De doodstraf zelf bleef echter gehandhaafd. Het genadebewijs hief niet gebod op, maar de toepassing van het gebod in een bepaald geval.

Bedacht moet worden, dat het gebod van Gn.9: 6 niet aan Israël is gegeven, maar aan de mensheid in zijn geheel (na de zondvloed). Dit gebod is door God nooit ingetrokken, ook niet met betrekking tot de bedeling van de genade waarin wij nu leven. Integendeel, er zijn voldoende aanwijzingen van het geldig zijn van dit gebod ook in onze bedeling.
Daar is de bekende uitdrukking ‘want zij draagt het zwaard niet tevergeefs’ (Rm.13: 4), als ook het woord van Paulus gericht tot Festus: ‘Als ik dan iets verkeerds en des doods waardig gedaan heb…'(Hd.25: 11).

We kunnen wettisch of beter star zijn in de uitleg van de Schrift. Dat is het geval als we niet het hele Woord laten spreken. Daar staat tegenover dat we met dezelfde oorzaak te vrij kunnen zijn in onze uitleg. Het komt er dus op aan dat we alle gegevens en dan in het juiste verband bezien ter tafel brengen.

In de tweede plaats kunnen we wettisch zijn in de toepassing van een bepaald bijbels beginsel. Dan scheren we alles en iedereen over een kam. Het geval van David moet ons leren dat een regel niet rigoureus mag worden toegepast. We zullen rekening met omstandigheden en/of berouw van de betrokkene moeten houden. Maar dat met handhaving van de grondregel die God heeft ingesteld. Het maakt een verschil of je je zet op de stoel van de uitvoerder van een wet of op de stoel van de wetgever. En als God een gebod gegeven heeft, waarvan Hij nooit een opheffing bekend gemaakt heeft, mogen wij niet uit onszelf die opheffing proclameren.

Het bovenstaande geldt ook van het niet gebruiken van bloed (Gn.9: 4). Dit gebod is indertijd voor Israël herhaald, maar wordt in Hd.15: 20 ook (de bekeerlingen uit de) volken opgelegd.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies