In de oudheid was een beeldhouwer aan het werk in een van de tempels van de Grieken. Hij was druk bezig de rugkant van een van de beelden in de goede vorm te krijgen. Iemand die hem zo bezig zag vroeg hem waarom hij zoveel tijd besteedde aan de rugkant van het beeld, want daar keek toch niemand naar. De aandacht richtte zich toch op de voorkant.
De beeldhouwer moet daarop het volgende karakteristieke antwoord gegeven hebben: ‘De goden kijken van alle kanten’.
Daar zit voor ons anno 2004 nog wel een les in. Wij zijn soms zo druk bezig met wat de mensen bekijken, dat we om zo te zeggen ‘de achterkant verwaarlozen’.
Maar God kijkt naar heel ons werk. Hij bekijkt het van alle kanten en ziet naar onze instelling of we grondig werk leveren dat van alle kanten bekeken kan worden.