“Er is geen onderscheid: want allen hebben gezondigd en komen te kort aan de heerlijkheid van God” (Rm 3:22,23)
Iedereen van ons zal wel eens iemand ontmoet hebben die nog wel wilde erkennen dat alle mensen zondaars zijn, maar die het met zichzelf nog niet zo gek getroffen heeft. Ironside vertelt over zijn gesprek met zo iemand en ik geef deze illustratie omdat Ironside zijn antwoord aan zo’n goede zondaar zo mooit formuleert. Zijn verhaal geef ik met wat tussenliggend commentaar:
“Bent u gered” vroegen we aan een meneer na afloop van een evangelie – verkondiging.
(Natuurlijki bedoelde Ironside “gered wat de eeuwigheid betreft, dat laatste was wel duidelijk in verband met de prediking die gehouden was).
De man begreep de vraag heel goed en antwoordde:
“Nee, ik geloof niet dat ik dat zeggen kan, maar ik zou wel gered willen zijn”.
“Waarom zou u dat willen zijn? Realiseert u zich wel dat u een verloren zondaar bent
(Dat is recht voor zijn raap, zouden wij nu zeggen)
“Ja natuurlijk, zondaars zijn we allemaal” was de reactie van de man.
(dat wil men ook nu nog wel erkennen als men geen totale vreemdeling is op het geestelijk erf).
“Maar dat heeft niet veel te betekenen, meneer, erkent u zelf een zondaar te zijn?”
Wel, ik veronderstel dat ik dat wel ben, maar ik ben niet wat men zou noemen een slechte zondaar. Ik denk dat ik een vrij goede ben. Ik probeer altijd zoveel mogelijk goed te doen”
(Dan komt het antwoord dat ik zo treffend vind:)
“Mijn beste vriend, dan heeft het weinig zin, dat ik u de weg toon waarlangs u gered kunt worden. Goede zondaars, samen met eerllijke leugenaars, oprechte dieven, edele schoften zijn er helemaal niet klaar voor om zich over te egevn aan de genade van God. Die is er alleen voor voor arme, slechte zondaars die de hel verdienen, die niets hebben om op te bouwen, geen goedheid om op te pleiten, maar die er klaar voor zijn gered te worden door een Ander, men die die Ander is de Heer Jezus Christus.”
Het verdere gesprek wees uit dat de man er ver van af was om op die manier gered te worden. Zijn verklaring was tenslotte dat hij het er zo maar op waagde….
Jammer, niet waar?!