Handelingen 01:09 Een letterlijke wolk

Betreft: Hd. 1: 9

Vraag:

Gaat het in Hd. 1: 9 en Op 11: 12 en 1 Th 4: 17, om een letterlijke wolk of om een wolk in de zin van Hb 12: 1?

Antwoord:

In Hd. 1: 9 is een letterlijke wolk bedoeld, want er staat geen enkele nadere aanduiding bij, die op een figuurlijk gebruik van het woord ‘wolk’ zou wijzen.
In Hb 12: 1 is sprake van een wolk van getuigen, d.w.z. een grote groep gelovigen, die boven ons is.
Een dergelijk figuurlijk gebruik in Hd.1: 9 zou inhouden, dat de Heer te midden van een wolk engelen werd weggenomen.
Dat zou ’t geheel spectaculair gemaakt hebben en dat is daar juist niet de bedoeling. De wolk onttrok hem aan het gezicht, en het zou vreemd zijn als dat gebeurde door een wolk engelen.

Dan zou de aandacht van de discipelen bepaald zijn bij deze engelen. De bedoeling van Op 11: 12 is kennelijk dat de vijanden de getuigen zagen opstijgen omgeven door de wolk. Daarbij zullen de twee zelf bij het gaan in de wolk aan het oog van de mensen onttrokken zijn geweest.
Bij deze twee getuigen valt dus ook niet te denken aan een figuurlijk gebruik van ’t begrip wolk. Ze vormden geen wolk, ze waren maar met hun tweeën. Het lijkt me namelijk niet aannemelijk dat die twee een groot aantal getuigen zouden voorstellen. Hun optreden als Mozes en Elia staat dat m.i. in de weg.

Zo lijkt me ook toe dat ‘in wolken’ (1 Th 4: 17) niet ziet op het aantal: dus een wolk mensen, maar op daadwerkelijke wolken die ons aan het oog onttrekken. In hoever de mensen daarvan iets zullen zien blijft een vraag.
Ook het meervoud ‘wolken’ in dit vers maakt een figuurlijk gebruik niet erg aannemelijk.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies