Handelingen 10 Visioen

Betreft: Hd. 10 en Gl.2

Vraag:

Wat leren deze beide gedeelten ons?

Antwoord:

In Hd. 10 lezen we dat Petrus een visioen krijgt waarin hem opgedragen wordt allerlei dieren, reine zowel als onreine te slachten en te eten. Dit ging dwars in tegen de Joodse spijswetten (zie Lv. 11), want daarin werden diverse dieren onrein verklaard en die mocht een Israëliet niet nuttigen.

Petrus protesteert met de woorden: ‘Geenszins, Here, want ik heb nog nooit iets gegeten dat onheilig of onrein was’ (Hd. 10: 14). De Here antwoordt hem dat wat God gereinigd heeft, hij (Petrus) niet voor onheilig mag houden.

Hierin zit de les dat de spijswetten voor de christen niet meer gelden. Paulus werkt dat nader uit in 1Tm.4: 3,4. Maar dat is niet de eigenlijke bedoeling van dit visioen van Petrus. Petrus krijgt dit visioen als onderwijs in verband met het feit dat straks de gezanten van Cornelius voor de deur staan, die hem zullen vragen bij Cornelius te komen. Dat ging dwars tegen de gevoelens van Petrus in. Hij beschouwde heidenen als onrein en zou hun huis niet betreden (zie vers 28). God maakt hem door het visioen echter duidelijk dat hij Cornelius niet als onrein mag beschouwen. Later verwijten de Joden te Jeruzalem hem zijn gedrag (zie Hd. 11: 2,3) maar Petrus maakt hen duidelijk wat God hem geleerd heeft.en dat accepteren ze.

Welnu, in Gl. 2: 12 lezen we dat Petrus in Antiochië eerst wel met hen uit de volken at, maar dat hij daarmee ophield toen er joden-christenen uit Jeruzalem kwamen. Dat was pure huichelarij, want hij wist wel beter. Hij liet zich leiden door mensenvrees, want wat zouden deze Jeruzalemmers wel denken als ze zagen dat hij met de heidenen at. Ze zouden hem niet als een goede Jood beschouwen, of hem in discrediet kunnen brengen bij de gemeente te Jeruzalem.
Hierin zit voor ons de les ons niet door mensenvrees tot een huichelachtige houding te laten verleiden.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies