Betreft: Hand. 11
Vraag:
Er wordt gesuggereerd dat er in dit hoofdstuk sprake is van een bezoek van Paulus aan Jeruzalem. Ik kan dat er niet uitlezen. Wel, dat Barnabas in Jeruzalem was. Deze ging naar Antiochië en later naar Tarsus om Paulus te zoeken en hij vond hem.
Antwoord:
Barnabas is van Jeruzalem naar Antiochië gegaan om daar het werk dat de Heer deed in ogenschouw te nemen. Van Antiochië gaat hij naar Tarsus om Saulus te zoeken. Na hem gevonden te hebben bracht hij hem naar Antiochië (11: 25).
In verband met een hongersnood, die door de profeet Agabus van te voren is aangekondigd, besluiten de discipelen te Antiochië geld of goederen te zenden naar de broeders in Judea (11: .30). Ze zonden daartoe Paulus en Barnabas naar Judea. Uit die tekst valt al wel af te leiden, dat die twee daarbij ook naar Jeruzalem zijn gegaan; dat laatste wordt echter uitdrukkelijk gezegd in 12: 25.