Betreft : Het is zijn engel (Hd 12:16)
Vraag:
Iemand zei dat we in Hd 12:16 bij de uitspraak “Het is zijn engel” moesten denken aan een uiting van volksgeloof. Is dat juist?
Antwoord:
Als in de Schrift uitspraken of gedachten van mensen (ook van gelovigen) worden weergegeven betekent dat niet altijd dat God zulke uitspraken of gedachten ook juist vindt. Heel duidelijk blijkt dat uit Jh 21:23 waar staat dat de discipelen uit de woorden van de Heer de conclusie trekken dat Johannes niet zou sterven. Dit was echter een foute conclusie omdat ze niet goed geluisterd hadden. Meer in lijn met de vraag is Mt 14:26 waar we lezen dat de discipelen toen ze de Heer zagen wandelen op de zee, zeiden: “Het is een spook!”. Dat is een uiting van hun volksgeloof dat inhield dat er spoken zouden bestaan.
Ik ben dus geneigd om mee te gaan met de uitspraak dat we ook in Hd 12:16 een uiting aantreffen van volksgeloof namelijk dat iemand een engel heeft die in plaats van hem kan verschijnen en hem kan vertegenwoordigen. Natuurlijk denken we dan aan Mt 18:10 waar we het woord van de Heer lezen dat de engelen van de kinderen altijd het aangezicht zien van de Vader. Maar dat zegt niet dat deze engelen ook in plaats van de kinderen verschijnen op aarde. Ik stel dus voorzichtig dat in het geval van Hd 12: 16 we met een uiting van volksgeloof te maken k u n n e n hebben.