Betreft: Hd.15: 20
Vraag:
Wat verstaan we onder het verstikte? Waarom mogen we dat niet eten?
Antwoord:
Onder het verstikte verstaan we een dier dat door verstikking om het leven gekomen is. De reden dat we zo’n dier niet mogen eten wordt waarschijnlijk aangegeven door wat er volgt, namelijk dat we ons moeten onthouden van bloed. Dat betekent dat we geen bloed mogen nuttigen als voedsel. Als een dier door verstikking om het leven komt, ‘slaat’ namelijk ‘het bloed door het vlees’ zoals men dat noemt.
Wanneer men dus vlees van zo’n dier eet, dan eet men vlees met bloed en dat heeft God verboden (Gn. 9: 4). Dit is de meest aannemelijke verklaring voor het verbod om het verstikte te eten.
Natuurlijk blijft er ook bij gewoon slachten wat bloed in het vlees zitten, maar dat is niet te voorkomen. Sommige vleessoorten lijken bloederig, zoals biefstuk, maar dat wil niet zeggen dat er meer bloed in zit.
Het was de Joden dan ook niet verboden deze delen van het dier te eten. We hadden anders in het Oude Testament een verbod mogen verwachten met een omschrijving welke delen van het dier men niet zou mogen eten, want Israël bezat nauwkeurig omschreven spijswetten.
Het zich onthouden van het bloed, het verbod dus om bloed als voedsel te nuttigen houdt voor ons wel in, dat we geen bloedworst mogen gebruiken, want die is gemaakt van bloed dat bij het slachten opgevangen wordt.
Het verbod om bloed te gebruiken (als voedsel te nuttigen) is niet een typisch wettisch gebod voor Israël. De kwestie is deze:
a. God stelde dit verbod in na de zondvloed en legde het Noach op (Gn.9: 1-6).
Het geldt dus voor de hele mensheid.
b. Het wordt voor Israël herhaald in de wet. (zie o.a. Lv.17: 10-14.
c. Het wordt voor de gelovigen uit de volken herhaald in de verklaring door de apostelen te Jeruzalem opgesteld (Hd.15).
Het zich onthouden van bloed ziet dus op het gebruiken van bloed als voedsel. Het heeft niets te maken met het gebruik als middel om iemand in leven te houden zoals bij bloedtransfusie het geval is.