Betreft: Hd.16: 31
Vraag:
Wat wordt bedoeld met ‘Gij en uw huis’? Omvat dat ook gelovige vaders, moeders, broers, etc.
Antwoord:
Voor God vormt het huisgezin van een gelovige een eenheid en God wil heel dat gezin redden. Uit 1Ko 7: 14 volgt dat God de kinderen van de gelovigen afgezonderd ziet van de wereld. Ja, zelfs een ongelovige man is geheiligd door de huwelijksband met een gelovige vrouw. (verondersteld is dat deze vrouw eerst ook ongelovig was, maar tot bekering is gekomen).
Deze heiliging betekent niet dat de kinderen of de echtgenoot heilig of geheiligd in Christus Jezus zijn, want dat zou inhouden dat ze enkel door de gezinsband nieuwe schepselen geworden zouden zijn en dat is niet het geval. Het is een heiligen wat de plaats op aarde betreft. Deze man en dat geldt ook voor de kinderen bevinden zich in een aparte sfeer, waar het woord en het voorbeeld van de gelovige partner door God gebruikt kan worden om van hen geheiligden in Christus Jezus te maken.
Van Zijn kant wil God de kinderen van de gelovigen ook voor eeuwig redden. Als ouders mogen we daarop pleiten. Deze redding geschiedt echter niet automatisch, want:
(a) als ouders hebben we onze kinderen op te voeden in de vreze des Heren, dat is een voorwaarde;
(b) op de kinderen ligt de verantwoordelijkheid om zich te bekeren. God wil het onderwijs en het voorbeeld van de ouders gebruiken om de kinderen tot inkeer te brengen.
Dat laatste geeft al een antwoord op de tweede vraag: het gaat om hen die aan onze verantwoordelijkheid zijn toevertrouwd, dus het gezin en hen die blijvend in ons huis verkeren. In bijbelse tijden gold het dus ook voor het blijvend inwonend dienstpersoneel. In het algemeen gesproken betreft het dus niet ouders, broers, zusters, enz.
Wat niet wegneemt dat we wel ernstig voor hun behoud mogen pleiten bij God.