Betreft: Hebr. 4:3
Vraag:
a) Slaat dit ingaan in de rust op de rust en vrede die we ontvangen reeds hier op aarde of ziet het op de rust die we straks bij God ontvangen?
b) Wat betekent het ingaan in de rust?
Antwoord:
a) Dit vers slaat op de toekomst. Hier en nu ontvangen we de rust waarover Matt. 11:28, 29 spreekt. Rust voor ons geweten omdat we weten dat het probleem van de zonden opgelost is en rust voor onze ziel omdat we boven alle zorgen uit op Christus mogen zien en Hij ons nabij is.
b) Daarnaast staat ons echter een rust te wachten bij de Heer. Ingaan in de rust ziet in de brief aan de Hebreeën voornamelijk op de rust die zal heersen als Christus zijn regering aanvaardt, dus op de rust in het vrederijk. Hier is sprake van de rust van God waarin wij zullen delen. God rustte op de zevende dag. Die rust is echter verbroken door de zondeval. God wil deze rust opnieuw vestigen op deze aarde en wel in het vrederijk of duizendjarig rijk.
Die rust is gegrond niet op Gods scheppingswerken die alle goed waren, maar op het werk van de Heer Jezus.
In het vrederijk zal satan zijn gebonden en zal er op aarde gerechtigheid heersen.
De gelovigen van nu, zijn dus die tot de gemeente behoren, zullen deze rust in de hemel ingaan. De gelovigen die door de Grote Verdrukking heengaan in het na-christelijke tijdperk, zullen die rust op aarde beleven (lees Jes. 65:17-25; 66:18-24).
Daarna als de Zoon het koninkrijk overgeeft aan de Vader (1 Kor. 15:20-28) treedt de eeuwige rust in.