Hebreeën 12:14 De heerlijkheid niet binnengaan?

Betreft: Hebr. 12:14 (2)

Vraag:

Geldt dit ook voor iemand die met de mond belijdt dat hij een gelovige is, maar bij wie veel wereldse dingen voor het dienen van de Heer gaan? Wat is bedoeld met de heerlijkheid niet binnengaan?

Antwoord:

In Hebr. 12:14 staat dat als iemand niet jaagt naar vrede en heiliging hij de Heer niet zien zal. Hij zal dus niet de hemelse heerlijkheid bij de Heer genieten en dus niet Gods heerlijkheid ingaan.

De vraag is nu welke personen dat betreft. We weten uit andere Schriftplaatsen dat zij die in Jezus Christus geloven al uit de dood overgegaan zijn in het leven (Joh. 5:24). Ze zijn schapen van de Goede Herder en gaan niet verloren (Joh. 10:28). Dit vers uit Hebr. 12 kan dus niet slaan op echte kinderen van God. Het heeft betrekking op naambelijders, juist zoals in de vraag gesteld is.

We moeten er op letten dat er niet gesproken wordt over het behalen van een bepaalde graad of een bepaald niveau van heiligheid. Dan zouden we met recht kunnen vragen of het waarachtig geloof in de Heer Jezus Christus dan toch niet voldoende is. Nee, er wordt gesproken over iets dat kenmerkend moet zijn, namelijk dat men jaagt naar vrede en heiligheid. Het is er mee als met het woord van Jakobus dat het geloof zonder werken dood is. Echt geloof komt uit in de werken. We zouden het in verband met Hebr. 12:14 zo kunnen zeggen: echt geloof blijkt uit het feit dat men jaagt naar vrede en heiliging.
Als iemand zegt een gelovige te zijn, maar alleen leeft voor werelds plezier en wereldse lusten dan is de belijdenis van zijn leven in strijd met de belijdenis van zijn tong. Dan getuigt zijn leven tegen hem.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies