Betreft: Aantal stammen van Israël
Vraag:
Jozef wordt tot 2 stammen, er zijn dus eigenlijk 13 in plaats van 12 stammen van Israël. Nu is er eigenlijk nog maar één stam: Juda. In Op 7 wordt de stam van Dan niet genoemd. Kunt u hier wat klaarheid in brengen?
Antwoord:
Als er sprake is van de 12 stammen van Israël dan moeten we daar in de regel de twaalf stammen genoemd naar de twaalf zonen van Jakob onder verstaan, zoals ze in Gn 49 worden voorgesteld.
Onder de zonen van Jakob kreeg Jozef het eerstgeboorterecht (1 Ko 5:1,2). Hij ontving dus een dubbel deel van de erfenis, d.w.z. van het beloofde land en dat werd geëffectueerd doordat Jakob de beide zonen van Jozef, te weten Efraïm en Manasse, als zijn eigen zonen rekende. Het land zou dus in 13 stukken verdeeld moeten worden. Dat gebeurde echter niet omdat Levi geen erfdeel kreeg. In het hele land werden aan de Levieten alleen steden met wat grond erom heen toegewezen waar ze mochten wonen. Het land werd dus in twaalven verdeeld. Wat het bezit van het land betreft spreken we dus over 12 stammen, waarbij Levi niet meegeteld wordt en de beide zonen van Jozef ieder apart een plaats krijgen.
Na de dood van Salomo werd het rijk gesplitst in een noordelijk rijk van tien en een zuidelijk rijk van twee stammen, te weten Juda en Benjamin (2 Kr 11:1,12). Daar Juda de machtigste was wordt er ook wel over één stam gesproken (1 Km 11:13,30-32).
De tien stammen werden weggevoerd door de Assyriërs, de twee stammen door de Babyloniërs. Na de ballingschap keerden hoofdzakelijk Judeërs terug met enkelingen uit de andere stammen.
In Op 7 worden twaalf stammen vermeld, maar daar is Dan niet bij. Sommigen geven als reden daarvoor aan, dat Dan het eerst tot afgoderij is vervallen. Dat blijft echter een gissing. Zo wordt in de zegen van Mozes de stam Simeon niet genoemd. Men veronderstelt dat dat is, omdat Simeon in het gebied van Juda lag, maar dat is ook maar een gissing.
In Op 7 wordt Manasse vermeld en daarnaast niet Efraïm, maar Jozef. Efraïm was de belangrijkste van de beide stammen, die uit Jozef zijn voortgekomen. Dat kan de reden zijn waarom Efraïm hier met Jozef wordt aangeduid. Door Jozef voor twee te rekenen, Levi wel en Gad niet mee te rekenen kunnen er dus 12 stammen vermeld worden.
In Ez 48 zien we dat het land in twaalven wordt verdeeld voor de twaalf stammen. De Levieten krijgen daar echter geen steden toegewezen, maar een gebied in het midden van het land dat als een heffing de Here wordt toebedeeld.