Jakobus 01:04 Tegenstrijdig?

Betreft: Jak. 1:4 b en 5

Vraag:

Zijn deze twee verzen niet tegenstrijdig? In de één is sprake van in niets te kort schieten en in de andere gaat het over wel te kort schieten.

Antwoord:

De Bijbel is natuurlijk nooit in tegenspraak met zichzelf en het is zeker niet zo, dat Jakobus zichzelf in twee achtereenvolgende verzen zou tegenspreken. We moeten dus vragen waarop de beide teksten slaan en wat ze eigenlijk bedoelen.

In vers 2 en 3 gaat het om verzoekingen, die bedoeld zijn als een beproeving van het geloof. Eén van de vruchten van zo’n beproeving is dat we leren vol te houden, we leren te volharden. We geven alles over aan God en verwachten de uitkomst van hem. Dit vertrouwende leven van het geloof zal in de praktijk gezien worden. We worden niet heen en weer geslingerd, we gaan niet mee met de sleur van deze wereld, nee ons geestelijk leven krijgt praktisch gestalte. Het volkomen en onberispelijk zijn van vers 4 heeft namelijk te maken met onze levenspraktijk. We schieten in niets te kort, d.w.z. we struikelen niet in de beproeving.

Andere vertalingen hebben ‘terwijl het u aan niets ontbreekt’. Als we praktisch het koninkrijk Gods zoeken, worden alle dingen ons erbij gegeven, zegt de Heer Jezus. Zelfs al lijden we vervolging dan ontvangen we dat wat we nodig hebben om staande te blijven. Vers 4 b ziet er dus op

a) dat we niet te kort schieten wat onze wandel betreft of
b) dat we alles krijgen wat nodig is om staande te blijven.

In vers 5 gaat het om iets anders. We kunnen met problemen in aanraking komen en dan niet precies weten wat we ermee aan moeten. Het ontbreekt ons dan niet aan iets wat onze wandel betreft, maar het ontbreekt ons aan wijsheid. Maar dan wil God ook daarin voorzien als we hem in geloof vragen ons duidelijk te maken wat we moeten doen.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies