Betreft: Jak. 4:3
Vraag:
Graag een uitleg van deze tekst
Antwoord:
In vers 1 geeft Jakobus aan, dat er strijd voorkomt onder hen aan wie hij schrijft. Daarbij geeft hij aan waaruit die strijd voortkomt, namelijk uit hun hartstochten. De apostel werkt dit niet nader uit. We weten niet precies op welke hartstocht hij doelt. De taaldeskundigen geven echter aan dat het woord voor hartstocht niet zozeer op wellust als wel op gemakzucht en het streven naar de genietingen van het leven. Men wilde het goed hebben in dit leven en daarbij kwamen de wederzijdse belangen kennelijk in botsing. Denk in onze tijd aan de jaloezie die kan ontstaan als de een een mooiere auto heeft dan de ander.
Men begeerde de dingen van deze wereld en kreeg ze niet (vs. 2) en dat leidde tot frustraties die zich ontlaadden in twist. Daarop geeft Jakobus aan waarom ze niet kregen wat ze begeerden. Als eerste oorzaak noemt hij dat men niet bad. Nu waren er kennelijk die wel baden en dat dus als tegenwerping zouden kunnen inbrengen. Vandaar dat de apostel nog een tweede oorzaak noemt: als ze bidden dan doen ze dat met verkeerde bedoelingen. Ze bidden om voorspoed, om het goed van deze wereld maar willen dat alleen gebruiken voor zichzelf. Hun wellust, hartstocht of gemakzucht moet bevredigd worden. Ze willen daarmee anderen de ogen uitsteken (denk aan het woord ‘naijverig zijn’ of ‘benijden’ uit vers 2). Welnu als je zo bidt dan verhoort God niet.
Je kunt natuurlijk ook geld begeren en om geld bidden om er dronkenschap of zedelijk kwaad mee te bedrijven. Dan breng je het wel heel sterk in je hartstochten door, maar zo erg behoeft het niet te zijn om toch van wellust te spreken. Dat het gaat om genieten van de dingen van deze wereld blijkt ook uit vers 4 waar sprake is van de vriendschap van deze wereld. Ze willen wat wezen in deze wereld, ze willen meetellen en meedoen en daarvoor bidden ze om geld en goed. Maar, zoals gezegd, zo’n gebed vindt geen verhoring.