Betreft: Jak. 4:7 en kastijding
Vraag:
In een tijd dat ik het erg moeilijk had, zei iemand tegen mij, dat ik me moest onderwerpen onder de slaande hand van God. Ik voelde me echter al zo geslagen. Is de hand van God er niet juist om ons te beschermen?
Antwoord:
De vrienden van Job hebben hele mooie en ware dingen gezegd en toch worden ze door de Heer terecht gewezen. Hoe komt dat? Wel, ze spraken niet recht van God in wat Hij met Job deed. Hun woorden waren wel goed, maar ze waren niet op Job van toepassing en daardoor waren het veroordelende woorden waardoor ze schuldig tegenover God kwamen te staan.
Zo kunnen gelovigen soms ware woorden zeggen, maar die op een situatie toepassen, die er niets mee te maken heeft. Iemand die voor de tweede keer ziek werd aan een slepende kwaal, kreeg bezoek en de bezoeker zat kennelijk te speuren naar het kwaad dat deze persoon had gedaan en waarom God deze ziekte had laten terugkomen (vgl. Joh. 9:2).
Buigen onder de slaande hand van God is een goed advies… als iemand hoogmoedig is geweest, of opstandig, of eigenwijs en zijn eigen weg is gegaan. Er moet dus van afwijking sprake zijn. In negen van de tien gevallen kan een buitenstaander dat echter niet nagaan. Hij of zij die beproefd wordt, kan dat zelf echter wel. In ieder geval is het bij ziekte en tegenslag zaak om na te gaan of er bij ons iets is, dat we moeten oordelen.
Als ons geweten ons echter niet beschuldigt, mogen we weten dat alles wat ons overkomt door God gebruikt wordt om ons op te voeden. Alles werkt mee ten goede (Rom. 10:28, 29). In dat geval mogen we inderdaad weten dat Gods handen ons willen ondersteunen en beschermen.