Betreft: Jak. 5:20
Vraag:
Wat wordt bedoeld met ‘een ziel van de dood zal behouden en tal van zonden bedekken’?
Antwoord:
In Jak. 5:15, 16 gaat het om iemand die ziek is en dat kennelijk doordat hij gezondigd heeft. Let op de omkering in vers 16 van de volgorde! Als een gelovige in zonde voortleeft kan God zo iemand door de dood wegnemen. Zo tuchtigde de Heer de Gemeente te Korinthe met ziekte en dood vanwege zonden die daar voorkwamen (zie 1 Kor. 11:30-32). Wordt nu een broeder van zijn zondige levensweg teruggebracht dan wordt hij van de dood die dreigde gered.
(N.B. Anderen denken aan de eeuwige dood en passen het vers op een ongelovige toe. Sommigen van hen (die dus het woord ‘dood’ op de eeuwige dood laten slaan, denken dat Jacobus toch een gelovige op het oog heeft en zien die dood als de konsekwentie van een zondige wandel gezien naar de menselijke verantwoordelijkheid. God laat het echter niet zo ver komen maar redt de gelovige dan van die eeuwige dood).
Als iemand tot een zondige levenswandel vervalt dan stapelt hij de ene zonde op de ander. Komt hij tot inkeer dan zal hij zijn zonden belijden en vergeeft God hem zijn zonden. Maar dan moet degene die hem terechtbracht, de zonden van de afgedwaalde broeder niet in de openbaarheid brengen maar ze in liefde ‘bedekken’, d.w.z. er niet over spreken.