Betreft: Jb 4:8
Vraag:
In wat voor zin hebben de vrienden van Job verkeerde dingen gezegd?
Antwoord:
De drie vrienden hebben hele wijze en verstandige dingen gesproken. Dat blijkt hieruit dat veel van hun uitspraken een parallel hebben in het Nieuwe Testament. Vergelijk bijvoorbeeld Jb 5: 13 met 1 Ko 3: 19 en Jb 5: 17 met Hb 12: 5 en Op 3: 19.
Hun grote fout was echter dat ze bepaalde beginselen verkeerd op Job toepasten en daarin spraken ze niet recht voor de Heer en van de Heer (Jb.42: 7, 8). Neem bijvoorbeeld 4: 7 ‘Wie is de onschuldige die vergaan is’? In zijn algemeenheid is het waar dat God de getrouwe, de onschuldige in Zijn Godsregering zegent. Maar wat meende Elifaz? Dit: Job gaat het niet goed, dus straft God hem om zijn kwaad. Als Israël afweek zou God ziekte, misoogst, vijanden zenden (Lv.26). Vergelijk hiermee Jh 9: 1 de bekende vraag van de discipelen. Deze man was blind dus konkludeerden de discipelen zijn ouders moeten hebben gezondigd. Met een zwart-wit redenering draaiden ze de zaak om. Dat deden de vrienden t.a.v. Job ook. Van Job spraken ze dus niet recht, omdat ze Gods handelswijze met Job heel verkeerd beoordeelden en zo spraken ze ook geen recht van de Heer