Johannes 03:16 Heeft God de wereld nog lief?

Betreft: Jh. 3: 16

Vraag:

Heeft God de wereld nog lief? Had er ook kunnen staan: ‘want alzo lief heeft God de mensen gehad’?

Antwoord:

Over deze tekst is nog al eens wat te doen geweest. Op grond van het gebruik van de voltooid tegenwoordige tijd ( zie voetnoot) is wel gezegd, dat God de wereld niet meer liefheeft. Daarbij kwam de overweging, dat door de verwerping van Christus de boosheid van de wereld volkomen openbaar geworden is en dat God daarom ten opzichte van de wereld een andere houding heeft ingenomen.

Het gebruik van de voltooide tijd is hier echter helemaal niet beslissend, want in Ef. 5: 25 hebben we dezelfde zinsconstructie ten aanzien van de liefde van Christus voor de Gemeente. Niemand zal toch op grond van het gebruik van de voltooide tijd in dat vers willen beweren dat Christus dus nu zijn Gemeente niet meer liefheeft.

De voltooide tijd wordt in beide gevallen gebruikt omdat de daad waarover in de beide gevallen sprake is en die het bewijs is van de liefde van God voor de wereld en van de liefde van Christus voor Zijn Gemeente in het verleden heeft plaatsgevonden.
De taalvorm zegt dus niets, maar die taalvorm zegt ook niets over het al of niet voortduren van de liefde. Die laatste kwestie moet op andere gronden beslist worden.
De vraag is dan wat we onder ‘de wereld’ moeten verstaan. Als men daaronder verstaat het boze wereldsysteem dan moet gezegd, dat God dat systeem vóór de kruisdood van Jezus Christus natuurlijk ook niet liefgehad heeft.

Het gebruik van het woord wereld in Jh. 1: 10 kan ons echter helpen om de zin van Jh. 3: 16 te begrijpen. In dat vers lezen we dat Christus in de wereld wereld was en dat de wereld door Hem is geworden (vgl. vs. 3). Dat slaat natuurlijk niet op het boze wereldsysteem, want dat is niet door Christus tot stand gekomen. Het slaat op de wereld, de kosmos, als geschapen werkelijkheid. Maar dan volgt er ‘de wereld heeft Hem niet gekend’. Dat slaat natuurlijk niet op de materie waaruit de wereld bestaat op zichzelf, het gaat in wezen om de mens, die een deel van de geschapen werkelijkheid vormt. En wel het verantwoordelijk deel. Die mens beheert namelijk de wereld en hij is er één mee.

Het komt er dus op neer dat de mensen Christus niet hebben gekend en dus de wereld ook niet aan Hem onderworpen is geworden. Integendeel de mens gebruikte de materie van deze wereld om Christus te doen lijden. Denk aan de doornenkroon en het kruis. Je moet de wereld dus zien als het totaal van het geschapene met de mens als hoofd en dus als verantwoordelijk voor wat ‘de wereld’ doet. Welnu, dat geschapene en dan wel bijzonder het deel dat wij de mensheid noemen heeft God liefgehad.

Praktisch gezien kun je dus ook zeggen dat God de mensen liefgehad heeft. Tt 3: 4 spreekt ook over ‘de goedertierendheid en de mensenliefde van God, die verschenen is’. Zo goed als de goedertierendheid van God een blijvend kenmerk van God is, zo is de mensenliefde dat ook. We kunnen dus wel stellen dat God de wereld nog steeds liefheeft. Maar we moeten daarbij nooit denken aan de wereld als boos systeem, maar aan de liefde van God voor de mensheid, die in zichzelf verloren is.

Voetnoot:

We moeten wel bedenken dat het werkwoord luidt ‘liefhebben’. De uitspraak God heeft de wereld lief is geen voltooid tegenwoordige tijd, maar onvoltooid tegenwoordige tijd. De onvoltooid verleden tijd is ‘God had de wereld lief’. De voltooid tegenwoordige tijd luidt ‘ God heeft de wereld liefgehad’. Uit die tijdsvorm mogen we echter niet de gevolgtrekking maken dat God de wereld niet meer zou liefhebben.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies