Betreft: Jh. 15: 7
Vraag:
Dit vers zegt, dat alle gebeden worden verhoord, maar in de praktijk is dat toch niet altijd zo. Hoe zit dat?
Antwoord:
Voorwaarden voor verhoring:
- Jh. 15: 7 zegt niet zonder meer dat alle gebeden worden verhoord. Er gaat aan vooraf dat we in de Heer Jezus moeten blijven (verblijven’ en dat zijn woorden in ons moeten blijven. Er moet dus een reële en levende band met de Heer Jezus zijn. Ook moeten we in alles rekening houden met zijn woorden, willen onze gebeden verhoord worden.
- 1 Jh. 5: 14,15 geeft aan, dat alleen als we iets bidden naar de wil van God, Hij ons hoort. Van bepaalde zaken weten we uit de Schrift of ze wel of niet naar Gods wil zijn..Voorbeeld: een gebed om zegen over de evangelieprediking is naar Gods wil. We kunnen er op rekenen dat God dat gebed hoort en verhoort. Maar als we bidden om de bekering van satan, dan bidden we tegen zijn wil, want de Bijbel zegt ons dat de hel bereid is voor de duivel en zijn engelen (Mt 25: 41).
Van persoonlijke belangen weten we niet direct uit de Schrift of ze naar Gods wil zijn. We mogen volgens Fl. 4: 6 echter alle dingen in gebed bij Hem brengen. In dat geval staat er niet dat we ook alles krijgen, maar wel dat de vrede van God onze gedachten bewaard. - Volgens Jh. 14: 13,14; 15: 5-7; 16: 23 staat de verhoring van ons gebed vast, maar….dan moet het een gebed zijn in de naam van de Heer Jezus Dat betekent dat ons gebed zodanig moet zijn dat Hij er volledig achter kan staan.
- Jd: 20 roept ons op om te bidden in de Heilige Geest. Dat houdt in dat we ons openstellen voor de werking van en de voorlichting door de Heilige Geest.
- Een andere schriftplaats zegt, dat we moeten vragen in geloof (Jk.1: 6; Mk. 11: 22,24; Mt 21: 22; Hb 11: 6). Als we niet geloven in de macht van God om onze gebeden te verhoren, dan volgt geen verhoring. Ook moeten we geloof hebben dat wat we bidden door God verhoord kan worden omdat het naar zijn wil is.
- Soms verhoort God niet direct en is er volharding vereist, zie: Lk. 11: 5-8; 18: 1 vv; Ef. 6: 18.
Verhinderingen voor verhoring:
De Schrift geeft niet alleen voorwaarden aan voor de verhoring van het gebed,
maar beschrijft ook een aantal dingen die een verhindering voor verhoring kunnen zijn.
- Zonden zijn een verhindering: zie Js. 59: 1,2. We moeten dan eerst die zonden belijden en nalaten.
- Verkeerde bedoelingen zijn eveneens een verhindering (Ps 66: 18; Jk 4: 2,3). Die verkeerde overleggingen moeten geoordeeld worden.
- ook zijn verkeerde verhoudingen tussen man en vrouw een belemmering voor de verhoring (1 Pt 3: 7). Dit geldt speciaal voor mannen ten aanzien van hun vrouw, maar heeft uiteraard een breder gebied van toepassing, zoals slechte verhoudingen onder christenen, e.d.
N.B.
Er zijn gebeden die niet worden verhoord, maar die wel worden beantwoord, zie 2Ko 12: 7-10. In zo’n geval moeten we de weg leren aanvaarden die God met ons gaat.
Soms worden onze gebeden niet verhoord omdat we onze onwaardigheid (nog) niet beseffen. Dit zien we bij de Kananese vrouw. Ze roept Christus aan als de Zoon van David, maar ze moest beseffen dat de Heer Jezus in eerste instantie voor het Joodse volk kwam en zij als heidense geen relatie met hem had als de Zoon van David (zie: Mt 15: 23a).
Bij al ons bidden zullen we moeten denken aan het woord van de Heiland: ‘Niet mijn wil, maar de uwe geschiede’.