Betreft: Je kruis dragen
Vraag:
(1)Hoe weet je wat je kruis is? Kan het ziekte, lichamelijk lijden, geestelijke afwijking, enz. zijn? Kan een onverhoord gebed een kruis zijn?
(2) In de Bijbel staat dat je al je wensen bij God mag brengen. Dus je mag bidden dat God je kruis van je afneemt?
Antwoord:
In Lk 9:23 komen we de oproep tegen om dagelijks ons kruis op te nemen. De Heer Jezus heeft die oproep gedaan nadat Hij over zijn lijden en sterven gesproken had en nadat Hij gezegd had, dat als iemand Hem wil volgen zo iemand zichzelf moet verloochenen. Het kruis betekent daar dus lijden om Christus’ wil. Christus volgen betekent niet meer voor jezelf leven, niet meer je eigen belangen op de eerste plaats stellen, maar die van de Heer. Dat houdt in lijden, vervolging, achteruitzetting, spot, enz. verdagen om zijns naams wil.
In Luk.14: 27 vinden we de oproep om ons kruis achter Christus aan te dragen. Daar gaat eraan vooraf dat men bereid moet zijn vader en moeder te verlaten om Christus’ wil. Als je tot geloof komt, kan het zijn dat je familie niets meer van je moet hebben. Dan moet je het leven met Christus kiezen boven de familiebanden. Dat verworpen worden door je familie is in dat geval je kruis. Denk bijv. aan Islamieten die hun geloof op Jezus Christus stellen.
Christus aanvaardde het kruis en onderging verwerping van de kant van de mensen. Zo moeten wij ons kruis, dat verbonden is met de smaad van het kruis van Christus dragen. In strikte zin ziet het kruis dragen dus alleen op het delen in de smaad van Christus. Dit kruisdragen moeten we niet ontvluchten, maar aanvaarden.
Nu zijn we gewend het begrip kruis in breder verband te zien en dat mag ook wel, hoewel we dan een iets ander aspect bekijken. God kan namelijk allerlei dingen voor ons nodig achten en ze ons als een last, een kruis opleggen om ons bekwaam te maken voor de dienst die Hij voor ons heeft. Hij voedt ons daardoor op, Hij bewaart ons daardoor voor afwijking. Een duidelijk voorbeeld hebben we in 2 Ko 12 waar sprake is van een doorn voor het vlees, die Paulus van Godswege kreeg. Dit was zeer waarschijnlijk een lichamelijke kwaal, die satan onder de toelating van God hem bezorgde. Deze doorn kreeg hij om hem te bewaren voor hoogmoed.
Je leest nooit dat Paulus gebeden heeft om van het kruis verlost te worden dat het volgen van Christus met zich meebracht zoals in de eerste pericoop beschreven. Maar hij bidt wel om van dit lijden verlost te worden. Als hij dat tot driemaal heeft gedaan, maakt God hem duidelijk dat hij dit lijden moet blijven dragen en dat Gods genade voor Hem voldoende is om dat te doen. We mogen dus bidden om van lasten bevrijd te worden, die we als een kruis ervaren… Maar we zullen het ook moeten aanvaarden als God ons gebed niet verhoort omdat we dit soort ‘kruis’ nodig hebben. In deze vrijere zin kan een onverhoord gebed ook een ‘kruis’ zijn.