Er zijn heel wat lampen in de wereld, maar ze hebben allemaal één funktie: licht geven. Je kunt de volgende lampen onderscheiden
- een stormlamp. Die lamp gaat niet uit bij welke omstandigheden dan ook. Zo is de bijbel een lamp die niet uitgeblust wordt door tegenstand en vervolging;
- een lamp van een vuurtoren. Deze redt levens door de schippers met hun schepen in een veilige haven te leiden. De toepassing op het licht dat de Bijbel verspreidt is niet moeilijk;
- een verkeerslicht. Dat waarschuwt wanneer we moeten stoppen( rood licht) en geeft aan wanneer we door mogen rijden (groen licht). In de de Bijbel vinden we aanwijzingen die ons waarschuwen niet verder te gaan en aanwijzingen wanneer we moeten voortgaan. We krijgen aanwijzingen wanneer we moeten spreken en wanneer we moeten zwijgen We krijgen vermaningen om niet te snel te zijn met iets te zeggen, maar altijd bereid te zijn om te luisteren. In gesprekken over het evangelie geldt vaak: bij spotten stoppen;
- een (mijn)werkerslamp. Veel werk wordt in het donker gedaan. Zo’n lamp voorkomt dat je struikelt of je ergens aan stoot als je je aan het werk begeeft. Ons werk vindt plaatst in een duistere wereld. Als we te werk gaan bij het licht van Gods woord worden we bewaard voor struikelen en vallen;
- een schijnwerper geeft de richting aan tot in de verte. De Bijbel verlicht ons pad en geeft de hoofdrichting aan van het pad dat we te gaan hebben en dat naar de hemel leidt.;
- een zaklantaarn helpt ons de weg te vinden op korte afstand. Voor de dagelijkse dingen geeft de Bijbel ons voldoende licht.
De laatste twee funkties vinden we prachtig uitgedrukt in de bekende tekst:
Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad. (Ps 119:105)