Betreft: Lv. 1-5
Vraag:
Waarom zijn niet alle offers tot een lieflijke reuk voor God?
Antwoord:
Alle offers wijzen heen naar het ene offer dat Jezus Christus gebracht heeft door zichzelf over te geven. Het offer van Christus heeft echter zoveel aspecten, dat het niet door een enkel offer kan worden uitgebeeld. Er zijn verschillende soorten offers voor nodig. Het brandoffer spreekt van het feit dat Christus zich volkomen aan God heeft toegewijd. Hij is getrouw geweest tot de dood en heeft daarin God willen eren. Wij waren ontrouw en ongehoorzaam en hebben God onteerd. Welnu, in dat opzicht was het offer van Christus geheel tot een lieflijke reuk.
Het spijsoffer hoort bij het brandoffer en ziet op het volmaakte leven van de Heer. Zijn hele leven was tot eer van God en dus wordt van het spijsoffer ook getuigd dat het tot een lieflijke reuk was.
Het offer van Christus heeft echter ook te maken met onze zonden en onze zondigheid. Dat komt tot uitdrukking in het zond-en schuldoffer. Toen Christus onze plaats innam op het kruis en Hij onze zonden droeg, moest God Hem in de drie uren van duisternis verlaten. Dat oordeel over onze zondigheid en over onze zonden was niet tot een lieflijke reuk. Hoe kunnen zonden en zondigheid ooit iets lieflijks voortbrengen? Vandaar dat er niet bij staat dat deze offers tot een lieflijke reuk zijn.
En hetzelfde geldt ook van het vredeoffer dat voorstelt dat God en mens bij elkaar gebracht zijn, maar waarbij we ook moeten bedenken dat wij onvolmaakte, zondige mensen niet zomaar contact met God kunnen hebben. Toch is er in deze offers wel iets dat tot een lieflijke reuk werd opgeofferd. Dat is niet het offerdier zelf, maar het vet van het offerdier. Het vet stelt energie, krachtige toewijding voor. Het feit dat Christus met volle toewijding en in volle energie gaf als vrede-, zond-en schuldoffer was toch tot verheerlijking van God en dat wordt daarin uitgedrukt dat het vet wel tot een lieflijke reuk op het altaar kwam. We moeten ons dus bij deze offers en de diverse onderdelen ervan goed afvragen wat ze symbolisch voorstellen om de betekenis te kunnen begrijpen.