Betreft: Lv. 15: 1 en 16
Vraag:
Gaat het in deze verzen om dezelfde vloeiïng?
Antwoord:
In vers 1 is een vloeiïng van ziekelijke aard bedoeld. Het zou een geslachtsziekte kunnen zijn, maar veel aannemelijker is dat het gaat om een ontsteking die slijm afscheidt of iets dergelijks.
Vers 16 slaat op iets anders, namelijk op een zaadlozing. Vergelijk Dt. 23: 10 waar sprake is van iets dat een man ’s nachts is overkomen. Het betreft dan een zaadlozing zonder geslachtsgemeenschap.
Vers 18 heeft ook betrekking op zaadlozing maar dan als gevolg van geslachtsgemeenschap.
In deze gevallen gaat het om levitische, cultische onreinheid. We moeten dit dus niet letterlijk naar onze tijd overbrengen alsof wij daardoor in Gods oog onrein zouden zijn. Wij moeten zoeken naar de geestelijke lessen die hierin liggen. Geestelijk worden wij onrein door die dingen die uit ons vlees voortkomen ( zie Mt. 15: 10-20).