Lukas 22:35 Zwaard

Betreft: Lk. 22: 35-38 i.v.m. 47-53

Vraag:

(1) Hoe kan de Heer Jezus zijn discipelen aanraden een zwaard te kopen? Hij was toch vredelievend en heeft Zichzelf toch ook nooit verdedigd met het zwaar?
(2) Moesten die zwaarden er zijn, opdat Jezus ‘onder de misdadigers gerekend’ zou kunnen worden?
(3) In deze verzen is sprake van zwaarden.
Wanneer gaat het over echte zwaarden en wanneer is de uitdrukking figuurlijk bedoeld?
(4) Waarom een stoffelijk kleed (mantel) ruilen voor een onstoffelijk zwaard (geestelijk wapen)?
Waarom zegt de Heer dan niet: ‘jullie begrijpen er niets van. Ik bedoel heel wat anders’ in plaats van ‘het is genoeg’?
(5) Kunt u duidelijk maken, dat het ene bevel (Lk.9) sloeg op de tijd
vóór het kruis en het andere op de tijd erna?

Antwoord:

(1) In vers 36 is niet aan een gewoon zwaard gedacht. De Heer wil de discipelen alleen duidelijk maken dat ze voortaan met strijd,met tegenstand te maken zullen krijgen. Inderdaad heeft de Heer Jezus Zichzelf nooit met wapens verdedigd. Hij leed door de hand van de mensen en zei tegen zijn discipelen dat ook zij vervolging zouden hebben te ondergaan. Dat de Heer Jezus niet bedoelde dat ze letterlijk het zwaard moesten gebruiken, blijkt ook wel uit zijn terechtwijzing van Petrus als deze het oor van Malchus afgeslagen heeft (Mt 26: 51-52).

De discipelen hebben later ook nooit naar het zwaard gegrepen en hebben de gelovigen in hun onderwijs nooit opgewekt om het zwaard te gebruiken. Ze hielden hen voor, dat ze het voorbeeld van de Heiland moesten volgen, die als Hij gescholden werd, niet terugschold en als Hij leed, niet dreigde (zie Pt. 2: 21-23).
De apostel Paulus geeft aan, dat de wapenen van onze strijd niet vleselijk zijn en we de strijd niet naar het vlees voeren (2 Ko 10: 3,4).
Onze wapenrusting is geestelijk (Ef 6: 10).
Nooit worden we opgeroepen ons met machtsmiddelen te verdedigen, in tegendeel we moeten onze linkerwang toekeren aan hem die ons op de rechter slaat enz.

(2) Het hebben van een zwaard betekende niet dat men een misdadiger was. De twee zwaarden waren kennelijk ook al bij de discipelen aanwezig, dus dan zou Jezus al onder de misdadigers vertoeven. Het feit dat Jezus Christus gevangen genomen werd door een bende, die met stokken en zwaarden gewapend was, heeft ook niet met dit woord te maken. De woorden ‘Hij is onder de misdadigers gerekend’ zijn een aanhaling uit Js. 53: 12. In Js. 53 is sprake van het kruislijden van de Messias. Deze profetie werd vervuld doordat Jezus Christus samen met twee misdadigers (Js. 53 spreekt van ‘overtreders’) gekruisigd werd. (Mt 27: 38; Mk 15: 27; Lk. 23: 33).

Hierbij past ook Js.53: 9 ‘men heeft zijn graf bij de goddelozen gesteld’.Met beide boosdoeners zou Hij in een zelfde graf geplaatst zijn. Dit ging echter niet door omdat Pilatus het verzoek van Jozef van Arimatahea inwilligde en hem toestond het lichaam van Jezus te begraven. Deze discipel van Christus, die een aanzienlijk man was (Mk. 15: 43; Lk. 23: 50), begroef de Heiland in zijn eigen graf. Zo ging in vervulling ‘bij de rijken is Hij in zijn dood geweest’ (Js.53: 9).

(3) In vers 36 wordt niet letterlijk aan een zwaard gedacht. In vers 38, 49 en 52 wordt wel op echte zwaarden gedoeld.

(4) Het woord ‘het is genoeg’ geeft aan, dat de Heer niet aan letterlijke zwaarden heeft gedacht. Zou tegen de bende bewapend met stokken en speren, die kwam om Jezus gevangen te nemen, twee zwaarden voldoende zijn?
Menselijkerwijs gesproken toch niet!
Letterlijke zwaarden zouden alleen bedoeld kunnen zijn als Petrus met zijn zwaard, bijgestaan door nog een andere discipel met het tweede zwaard, de hele vijandelijke bende ‘in de pan gehakt had’ zoals Samgar met zijn ossenstok deed. Dat gebeurt hier echter niet.
De uitdrukking ‘het is genoeg’ heeft veeleer de zin van ‘laat maar’ met de gedachte van: later zullen jullie wel begrijpen wat Ik bedoel.

Het is dus niet de bedoeling dat de discipelen zich een stoffelijk zwaard aanschaffen, het is echter evenmin de bedoeling dat ze hun stoffelijk kleed zouden verkopen. De zin is, dat de discipelen het eerst gemakkelijk gehad hadden bij hun uitzending, maar dat ze in hun verdere wandel op tegenstand moeten gaan rekenen.

De mantel spreekt van een rustig leven, je wandelt met een mantel aan.
De mantel werd ook gebruikt voor bedekking ‘s nachts. Als er gewerkt moest worden of vluchten geboden was dan wierp je je mantel af.
Met het voorbeeld van een transaktie ‘mantel tegen een zwaard’ geeft de Heer aan, dat het rustige uitgaan voorbij was en hun strijd en vervolging te wachten stond, daarop moesten de discipelen zich prepareren.

De Heiland heeft zijn discipelen meer dingen gezegd, die ze niet begrepen hebben en die Hij hun niet direct verklaarde. Een voorbeeld daarvan treffen we aan in Jh. 13: 7,8. De diepere zin van wat Jezus deed, verstonden de discipelen niet. Hij liet het er echter bij en zei: ‘Gij zult het na deze verstaan’. Na de uitstorting van de Heilige Geest zouden ze het begrijpen en dat geldt ook van dit woord betreffende het kleed en het zwaard.

(5) Dat het eerste bevel op de tijd voor het kruis sloeg, is duidelijk, want toen Jezus Christus dit bevel gaf ging Hij nog rond in Galilea en Judea. Zijn werk was op dat moment nog niet teneinde. We zien ook dat Hij zijn discipelen tijdens Zijn leven uitzond (Lk.9: 2) en dat ze heengingen (vs.6).
In Lk.21: 35 spreekt hun Meester over deze uitzending trouwens ook als een zaak die geschied was.
In vers 36 geeft de Heiland nu andere aanwijzingen dan bij de eerste uitzending. Ze moeten nu wel een beurs meenemen. etc.

Tussen het moment dat de Heiland deze nieuwe aanwijzingen geeft en het moment van de kruisiging is maar een gedeelte van een dag verlopen. De discipelen hebben dit veranderde bevel dus nooit vóór het kruis kunnen uitvoeren. Het is onmogelijk om het op de tijd vóór het kruis toe te passen. Dat dit niet de bedoeling was, blijkt echter ook uit de woorden, die de Heer spreekt dat de profetie in vervulling zou gaan, dat Hij onder de misdadigers gerekend zou worden. Zoals gezegd wijst Hij daarmee op zijn kruislijden en dat niet als een losse toevoeging, die niets met zijn zo juist gesproken woorden te maken heeft. Nee, deze toevoeging wordt er in een adem mee gegeven en staat er duidelijk mee in verband.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies