Betreft: Lk. 24: 45
Vraag:
Als je verstand niet geopend wordt, kun je dan de Schriften niet begrijpen? Gebeurt dat bij je bekering?
Antwoord:
In 1 Ko 1: 14 lezen we dat de ongeestelijke of natuurlijke mens niet aanvaardt wat van de Geest Gods is. Het is hem dwaasheid en hij kan het niet begrijpen omdat het geestelijk wordt verstaan. We moeten dus bekeerd zijn om de Bijbel te kunnen begrijpen. Dat kunnen we dan omdat we de Heilige Geest ontvangen hebben.
Toen de Heer te midden van zijn discipelen verscheen, bezaten deze die Geest nog niet. Ze ontvingen die op de Pinksterdag. Je ziet dan ook hoe ze daarna met inzicht het woord van God prediken.
In beginsel kunnen gelovigen in Christus Jezus dus Gods gedachten begrijpen. Hun verstand is geopend. Maar daarbij moeten we bedenken dat het verstaan van de Schriften niet vanzelf gaat. We kunnen niet zonder het gebed om verlichting. We behoren te beseffen dat we afhankelijk van God zijn om zijn woord te verstaan. Niet voor niets bidt Paulus voor de Efeziërs dat God ze zal geven ‘verlichte ogen des harten, zodat gij weet welke hoop zijn roeping wekt’ ( zie Ef. 4: 17,18).
Als we namelijk vleselijk gezind zijn zoals de Korinthiërs dan kan God ons niet met vaste spijs voeden. Dan begrijpen we zijn gedachten niet (lees 1 Ko 3: 1-3 en Hb 5: 11-14).