Betreft: Mk. 15: 3
Vraag:
In de Statenvertaling staat aan het slot van dit vers ‘maar Hij antwoordde niets’.
In de Nieuwe Vertaling zijn deze woorden weggelaten.
Wat is nu juist?
Antwoord:
Verschillen tussen de diverse vertalingen kunnen tot oorzaak hebben:
a. een anders verstaan van de grondtekst. Dan is het een kwestie van vertaling.
b. een andere bepaling of vaststelling van de grondtekst op grond van diverse handschriften. Het is dan een kwestie van keuze van handschriften.
Met dit laatste hebben we hier te doen. Het is een bekend feit, dat de diverse handschriften, die we van de bijbel hebben soms kleine verschillen tonen. Deze zijn b.v. ontstaan doordat een overschrijver bij het overschrijven een fout gemaakt heeft.
Het kan ook gebeuren dat iemand bij het overschrijven een opmerking in de marge maakte, en dat een volgende overschrijver van dat handschrift dacht dat die opmerking in de tekst thuis hoorde en hem dus in de tekst verwerkte.
Het kan ook zijn, dat iemand een stukje vergat over te schrijven. Door vergelijking van de diverse handschriften gaat men nu na of het verschil in handschriften ontstaan is doordat iemand wat toegevoegd heeft of doordat een ander wat weggelaten heeft.
Hoe ouder een handschrift is hoe meer gezag het in het algemeen gesproken heeft wat de juistheid van de tekst betreft want dan is de kans van fouten maken geringer geweest omdat men minder vaak met overschrijvingen te doen heeft.
Als bijna alle handschriften een gedeelte niet hebben dan zal men meestal aannemen dat dat gedeelte in de handschriften die het wel hebben door toevoeging erin geslopen is.
Welnu in het geval van Mk 15: 3 zijn de meeste onderzoekers ervan overtuigd dat we met een toevoeging te maken hebben.
Nieuwe vertalingen, en daaronder zijn heel betrouwbare, hebben de woorden ‘maar Hij antwoordde niets’ dan ook niet.