Vraag:
De Heer was alwetend waarom stelt Hij dan deze vraag?
Antwoord:
Dit probleem is niet zo moeilijk, De vraag van de Heer komt namelijk niet voort uit onwetendheid alsof de Heer niet wist waarom Hij door God verlaten werd. Het lijden in Gethsémané laat zien dat Hem dat wel voor ogen stond. Wat is het dan? Het is geen vraag uit onwetendheid dus, maar eerder een klacht waarin de Heer met de woorden van David (Ps 22:1) tot uitdrukking brengt hoe erg Hij dit verlaten zijn heeft ondervonden. Dat is tenminste mijn gedachte en de oplossing voor het probleem van de vraag. De Heer kreeg ook geen antwoord op zijn vraag. We kunnen hier denken aan een rethorische vraag, dat is een vraag waarop de vraagsteller het antwoord wel weet.