Betreft: Mt 2: 15
Vraag:
Heeft de profetie van Hs.11: 1 een dubbele betekenis? Slaat dit woord zowel op Gods Zoon als op het volk Israël?
Antwoord:
Deze profetie heeft inderdaad een dubbele betekenis. Als volk onder de volken was Israël Gods Zoon (Ex.4: 22). Hs.11: 1 grijpt op dit feit, als historisch gebeuren, terug en herinnert het volk in zijn dagen aan deze machtige uitredding van God. Israël heeft als ‘zoon-volk’ echter niet beantwoord aan Gods bedoeling. Deze woorden hebben dan ook niet alleen geschiedkundige betekenis, nee ze zijn ook profetie en zien vooruit naar de ware Zoon, die dezelfde weg als Israël zou gaan en uit Egypte geroepen zou worden. Hij faalde echter niet, maar beantwoordde in alles aan Gods bedoeling met Hem. Zo wordt Israël een wijngaard van God genoemd (Js.5; Ps.80). Israël faalt en in Joh.15 lezen we dat Christus zich de ware wijnstok noemt.
Volgens divers plaatsten in Jesaja was Israël de Knecht des Heren. De ware Knecht is echter Jezus Christus waarover Jesaja ook als knecht spreekt.