Betreft: Mt 6: 6
Vraag:
Betekent dit vers dat je niet voor je eten mag bidden als je b.v. in een restaurant een maaltijd gebruikt?
Antwoord:
Dat betekent het zeer zeker niet. De Heer keert zich tegen iets anders, namelijk het opzichtig bidden van de farizeeën. Deze mensen deden hun privé-gebed op straat, op de hoeken van een plein en dergelijke om maar door de mensen gezien te worden. Ze wilden zich voor doen als hele vrome mensen en het hele volk moest dat goed zien. Het was schijnheilige vroomheid. Met het oog hierop zegt de Heer dat we ons privé-gebed in het verborgen moeten verrichten. De Heer deed dat zelf ook. We lezen van Hem b.v. dat Hij een berg op ging om te bidden (Mt 14: 23). Maar als het ging om bidden voor een maaltijd, dan deed Hij dat in het openbaar, zoals uit Jh.6: 1 blijkt. Ook Paulus handelt zo (Hd.27: 35).
Met het voorgaande is het voorbeeld van Daniël niet in strijd. Hij bad drie maal daags en dat in een vertrek in zijn huis, dat uitzag in de richting van Jeruzalem. Hij deed dat weliswaar wel voor een open raam, maar niet om daardoor op te vallen. Hij handelde in de geest van 1 Kn.8: 48. Als men wilde kon men hem zien bidden, maar dat was dan ook alles.
Na het verbod ging hij niet demonstratief de straat op om te bidden, evenmin verborg hij zich angstvallig. Hij bad precies zoals hij dat voor die tijd gewend was.
Dat laatste is een voorbeeld voor ons. Laten we maar kleur bekennen en ons niet schamen voor ons morgen- of avondgebed als we op een gemeenschappelijke slaapzaal moeten verblijven.