Mattheüs 12:31 Een belediging van de Geest

Betreft: Mt 12: 31,32; Mk. 3: 28,29; Lk. 12: 10

Vraag:

(1) Een belediging van de H.Geest vindt geen vergeving. Wat is een belediging van de Geest? Is de Geest dan hoger dan God?
(2) Het lasteren van de Geest bestond daarin dat men het werk van de Geest aan de duivel toeschreef. Kan het omgekeerde ook plaatsvinden: dat men het werk van de duivel aan de Geest toeschrijft?

Antwoord:

(1) Vaak spreekt men over ‘de zonde tegen de Heilige Geest’, maar in Mt 12 wordt niet gesproken over de zonde tegen de Heilige Geest, maar over de lastering van de Geest.
Elke zonde is in feite een zonde tegen de Heilige Geest. Ze druist namelijk tegen de werking van de Geest in.

Lastering is ook sterker dan belediging. Het gaat er in de genoemde teksten om dat de Heer Jezus door de Heilige Geest duivelen uitwerpt. De leidslieden van het volk schrijven dat echter willens en wetens aan Beëlzebul, de overste van de duivelen toe. Ze moeten erkennen dat er iets bovennatuurlijks gebeurde, maar in plaats van te erkennen dat Christus dit bewerkte door de Geest van God, schrijven ze het tegen beter weten in, toe aan de satan zelf.

Het gaat dus niet om een zonde in zwakheid bedreven, maar om een uiting van een verhard hart, dat zich voor God niet buigen wil.
De Heilige Geest is Goddelijk, maar Hij staat niet boven God de Vader of boven de Zoon Jezus Christus. De lastering van de Geest is niet daarom zo ernstig omdat de Geest een bijzondere Persoon met een verheven plaats binnen de Godheid zou zijn, maar omdat eruit blijkt dat men willens en wetens het werk van de Geest loochent. Daaruit blijkt de verharding van het hart.

Inderdaad zijn de Vader, de Zoon en de Heilige Geest één. Een zonde tegen de een is ook een zonde tegen de ander. Zoals hierboven gezegd, gaat het er niet om dat de ene Persoon van de Godheid waardiger, groter of iets dergelijk zou zijn dan de andere. Het gaat erom dat de zonde van lastering van de Geest zo ernstig is. Iemand die de Geest lastert heeft een verhard hart en wijst willens en wetens de genade van God af, zoals de Farizeeën deden.

(2) Inderdaad kan het ook voorkomen dat men het werk van de Satan ziet als het werk van de Geest. Of ook dat men het werk van de mens, van ‘het vlees’ aanziet voor een werk van de Geest. Om dit te onderscheiden is het nodig alle uitingen en vooral de leer die erbij gebracht wordt te toetsen aan Gods Woord. Hierbij kan bijv. gedacht worden aan het zogenaamde ‘vallen in de Geest’. Wat in die gevallen gebeurt, strookt niet met wat de Bijbel ons laat zien.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies