Een goedhartig man wist dat een arme vrouw en haar familie gebrek leed door het verlies van een bron van inkomsten. Hij probeerde zelf in de nood van het gezin te voorzien, maar kon dat niet op zijn eentje n dus vroeg hij anderen om mee bij te dragen in de nood. Hij schilderde de situatie van het gezin en ontving veel betuigingen van meeleven, maar daar bleef het bij. Hij werd dit zo zat dat hij tenslotte tegen een goedgesitueerde kennis die zich er ook van afmaakte met sympathie te betuigen, zei:” Ik twijfel geen moment aan je gevoelens, maar ik wou dat je het ook in je portemonnee zou voelen.
In verschillende gevallen geldt dat ook voor ons. We voelen wel mee, maar verder gaat het niet. God zegt echter niet dat hij de meevoelers liefheeft, nee er staat dat Hij de blijmoedige gevers liefheeft.