Genesis 1:1
God schiep de hemel en aarde
Nog een laatste opmerking over Gn 1:1 en wel over het begrip “de hemel en de aarde”. In het Hebreeuws bezat men geen afzonderlijk woord voor wat wij het “heelal” noemen (zie Korte Verklaring, Genesis, blz 77). Men gebruikte daarvoor twee woorden te weten “hemel en aarde”. In deze combinatie wordt altijd eerst gesproken over de hemel en daarna over de aarde.
Wat we in dit geval onder de hemel moeten verstaan is niet zo eenvoudig uit te maken. Later spreekt Paulus over de “derde”hemel ook komen we de uitdrukking “hemel der hemelen” tegen. Dit maakt duidelijk dat je bij het woord hemel verschillende sferen kunt onderscheiden.
Men onderscheidt wel: de wolkenhemel (de lucht), de sterrenhemelhemel en de hemel als verblijfplaats van de engelen. Ik ga daar hier niet dieper op in, maar wil er alleen de nadruk op leggen dat het begrip “hemel” voorop staat. Daar is een geestelijke les aan te verbinden. Als aardbewoners vinden wij de aarde het belangrijkst en zien die soms als het middelpunt van het heelal. Ook in ons denken neemt de aarde de eerste plaats in. We denken “aards”. Soms wordt dat in de Bijbel heel negatief gebruikt bijvoorbeeld in Fl 3:19 waar sprake is van mensen van wie de buik hun God is en die aards ofwel aardsgezind zijn. Daartegenover zegt Paulus van de gelovigen “want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen” (vs 20).
In Ko 3:2 worden we opgeroepen de dingen te bedenken die “boven” zijn, niet die “op de aarde zijn”. Daarmee is niet bedoeld dat we ons niet met aardse dingen zouden mogen bezighouden want we hebben ons werk hier op aarde en behoren de aarde te bewerken. Blijkens vers 5 bedoelt de apostel hier met “de dingen die op de aarde zijn zondige zaken zoals: “hoererij, onreinheid, hartstocht, boze begeerten en hebzucht.”
Met die dingen moeten we ons niet bezighouden, maar het is ook niet goed als de niet zondige zaken op aarde ons zo bezighouden dat de hemel in ons denken op de achtergrond gedrukt wordt. Dat kan zijn doordat we zo bezig zijn met ons werk dat we :werkaholics” genoemd kunnen worden of doordat een hobby ons teveel in beslag neemt. Ik zelf merk dat dat ook met geestelijk werk voor de Heer het geval kan zijn. Dan zijn we – om een cliché te gebruiken – meer bezig met het werk voor de Heer dan met de Heer van het werk.
Kortom het is echt wel van belang om ook in ons spraakgebruik de hemel de eerste plaats te geven en te bedenken dat God de hemel en … de aarde geschapen heeft.