Notities bij mijn Bijbel nr. 017

Genesis 1:22

En God zegende ze en zei:Weest vruchtbaar en wordt talrijk en vervult de wateren in de zeeën, en het gevogelte worde talrijk op de aarde. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de vijfde dag (Gn 1:22.

God heeft op de vijfde dag de zeedieren en de vogels geschapen en hen een ‘bevel’ gegeven om vruchtbaar te zijn en talrijk te worden. Dat betekent dat hij het voortplantingsvermogen in deze schepselen gelegd heeft en zij allen de neiging hebben zich voort te planten. Soms vindt dat op heel ingewikkelde wijze plaats.

Zij die niet in God en in zijn scheppingsdaden geloven, menen dat de dieren de verschillende wijzen van voortplanting zelf ‘ontdekt’ hebben in de loop van de tijd, maar dat is grote onzin. Hoe zijn mannetjesdieren er toe gekomen hun sperma bij de wijfjes in te brengen. Als ze daar pas na jaren van experimenteren achter zouden zijn gekomen, zou het bepaalde ras allang uitgestorven zijn.

En dan de ontwikkeling van de eieren van vogels en vissen? Wat een variatie en hoe ‘kunstig’. Wat te denken van insecten zoals de yucamot die na bevrucht te zijn geworden zijn eitjes legt in de bloem van de yucaplant en dat terwijl de mot een cyclus van drie jaar doorloopt voordat hij van ei een volwassen imago is geworden en de yucaplant eens in de drie jaar bloeit. Hoe heeft die mot dit feit ontdekt en leren gebruiken? Is dat een kwestie van tijd en toeval? Natuurlijk niet, hier zit een Schepper achter!

Bij het woord “vruchtbaar” mogen we eraan denken dat God bij alles wat Hij doet, vrucht wil zien en dat die tot zijn eer is. Dat geldt ook van de predik,ing van het evangelie, denk maar aan de gelijkenis van de zaaier. Zo wil God ook dat gelovigen in geestelijke zin vruchtbaar zijn maar nu loop ik vooruit op vers 28.
Vers 23 eindigt met de bekende uitdrukking: Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de vijfde dag”. Steeds doorgaande ordening in het scheppingsgebeuren.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies