Notities bij mijn Bijbel nr. 025

Genesis 2:2

“Toen God op de zevende dag het werk voltooid had, dat Hij gemaakt had, rustte Hij op de zevende dag van al het werk dat Hij gemaakt had”

Met de zes dagen was de schepping dus voltooid. Er hoefde niets meer aan toe gevoegd te worden. Wat anders is dat door de zondeval God een ander werk tot stand moest brengen namelijk het werk van de verzoening. Daarmee is een andere rust verbonden. Daarop komen we later terug.

God rustte op de zevende dag. Dat betekent niet dat God bij wijze van spreken zo moe was van het scheppingswerk, dat hij moest uitrusten. Het betekent dat Hij niet verder hoefde te werken, omdat het werk voltooid was en God er met voldoening op terug kon zien.

In Hb 4:3 wordt het zo gezegd. En toch waren zijn werken van de grondlegging der wereld volbracht. In vers 4 haalt de schrijver dan Gn 2:2 als bewijs aan voor wat hij in vs 3b gezegd heeft.

Als wij ergens van rustten dan houdt dat vaak in dat we moeten uitrusten van de krachtinspanning, maar behalve dat mogen we ook rusten en blij zijn met wat we tot stand gebracht hebben. We mogen blij zijn met het werk van onze handen. We spreken dan wel eens van arbeidsvreugde. Arbeid is geen straf maar een zegen. Wat anders is dat de zondeval een vloek met zich mee gebracht heeft, waardoor ons werk wel zwaar wordt en niet altijd iets positiefs op levert. Maar oorspronkelijk was werk als een zegen bedoeld. We vergeten dat wel eens.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies