Notities bij mijn Bijbel nr. 027

Genesis 2:4
Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde toen zij geschapen werden Gn 2:4

Dit vers roept de vraag op of het terugslaat op de voorafgaande verzen of dat het vooruitziet op het volgende gedeelte en opnieuw een bericht geeft over de schappingsaktie van God. De vraag is daarbij of er vanaf Gen 2:4b een tweede scheppingsbericht gegeven wordt, dat in belangrijke mate van het eerste bericht over de schepping zou verschillen.
Over dit vraagstuk heb ik uitvoerig geschreven in de artikelenserie ‘Vragen bijbelteksten’ op mijn website en aangegeven als Gen 2:4-25. Ik neem daar verkort het volgende van over

Dat het om een tweede scheppingsbericht zou gaan dat in diverse punten afwijkt vam het eerste wijzen we resoluut af, ook al kunnen we voor bepaalde problemen niet een alleszins bevredigende oplossing geven. We volgen graag het voorbeeld van de Heer Jezus aan wie de Farizeeën de vraag voorleggen of een man zijn vrouw om elke reden mag verstoten. De Heer beantwoordt deze vraag als volgt: ‘hebt gij niet gelezen, dat de Schepper hen van de beginne als man en vrouw gemaakt heeft’? Met dit deel van Zijn antwoord wijst de Heer heel duidelijk terug naar Gn1:27.

De Heiland vervolgt echter met: ‘Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot één vlees zijn’. Dat is duidelijk een verwijzing naar Gn 2:24. De Heer beroept zich dus op beide weergaven van het scheppingsgebeuren. En als de Farizeeën zich voor hun opvatting menen te kunnen beroepen op Deut.24 zegt de Heer niet: ‘van het begin af is het niet zo geleerd’, maar ‘van het begin af is het niet zo geweest’. Kortom van twee verschillende scheppingsverhalen, die strijdig met elkaar zouden wezen, weet de Heer Jezus niets.

Hiermee is het probleem van de verschillende weergave natuurlijk nog niet opgelost. We willen dat nu onder ogen zien en nagaan of de verschillen onvermijdelijk tegenstrijdigheden zijn. Een verschil in weergave betekent immers nog geen tegenstrijdigheid.

Welnu, Gn1:1-2:4a geeft een aaneensluitend verslag van Gods scheppend handelen in zes dagen. Het vermeldt het rusten van God op de zevende dag en besluit met de samenvatting: ‘Dit is de geschiedenis van de hemel en de aarde, toen zijn geschapen werden’. Vers 4b kan hier nog bij horen, het is echter ook mogelijk dat daarmee het tweede bericht wordt ingeleid. En dat is niet een tweede verslag van de schepping in het totaal maar een nadere beschrijving van de schepping van de mens met bijzonderheden aangaande zijn plaats in deze schepping. In Gn1 gaat het om de scheppingshandelingen van God met als laatste en kroonstuk de schepping van de mens. In Gn 2 daarentegen staat de mens centraal en krijgen we de invulling van de details.

Gn2:5 en 6 beschrijven dan nog eens de toestand van de aarde zoals die in de aanvang was. Vertalen we nu, zoals de Statenvertalers gedaan hebben de werkwoordsvormen in de voltooide tijd dus zo: ‘De Here God had de mens geformeerd’, enz. dan valt het probleem van de verschillen weg.

In Notitie 028 gaan we hierop door. Het bovenstaande is echter voorlopig voldoende als commentaar bij Gn 2:4.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies