7) Voor de volledigheid vermeld ik nog even dat de uitspraak: “één dag bij de Heer is als duizend jaar en duizend jaar als één dag 8. Elke beschouwing over het 1000j. rijk hangt samen met de verklaring van Openb. 20. Ik beperk me tot het weergeven van de beide opvattingen A en B en geef die per onderdeel na elkaar en zal proberen dat zo objectief mogelijk te doen
Opvatting A: Op. 20:1 is geen vervolg op 19:21, maar gaat inhoudelijk terug in de tijd. Het boek de Openbaring geeft niet een historische opsomming van gebeurte-nissen, maar moet beschouwd worden als een mozaïek van gebeurtenissen die dan hier dan daar plaatsvinden of plaatsgevonden hebben.
Opvatting B: Op.20:1 is een vervolg op hfst.19:2. Met de uitdrukkingen: “ik hoorde” en “ik zag” wordt vanaf 19:1via 19:6,11,17,19 een serie opvolgende gebeurtenissen weergegeven waar 20:1 bij aansluit en waar 20:4,11,12 en 21:1en 2 in volgorde op aansluiten. De inhoud van deze gedeelten geeft een opeenvolging aan.
8) Opvatting A: Openb.20: 2 De binding van Satan gedurende 1000 jaar is geen absolute binding waarbij hem alle werkzaamheid ontzegd is. Het gaat er slechts om dat hij de volken niet meer zou verleiden.
De individuele personen verleidt hij nog wel. In 2Petr. 2:4 lezen we van de engelen die gevallen zijn dat God ze in de afgrond geworpen heeft en overgeleverd heeft aan ketenen van donkerheid om tot het oordeel bewaard te worden. Judas:6 zegt hetzelfde. Maar deze engelen zijn nog steeds actief ondanks hun binding. Zo is het met Satan ook.
Opvatting B: In Op. 20:2 wordt aangegeven dat(1) Satan gebonden is;(2)hij geworpen is in de afgrond; (3) die afgrond is afgesloten; (4) de afsluiting is verzegeld.Deze viervoudige aanduiding geeft aan dat Satan alle werkzaamheid is ontnomen.
Er zijn twee teksten die met deze conclusie in strijd schijnen te zijn, te weten 2Petr.2:4 en Jud.: 6. maar
a het gaat in die gedeelten niet om alle engelen die met Satan vielen, het lidwoord ontbreekt namelijk;
b deze engelen hebben hun oorspronkelijke toestand niet bewaard, zij hebben hun oorspronkelijke woonplaats verlaten;
c zij zijn met eeuwige boeien onder dusiternis bewaard; zij zijn in de afgrond geworpen en worden bewaard tot het oordeel.
Deze engelen is dus alle werkzaamheid ontnomen. N.B. Er is reden om te denken aan de ‘zonen Gods’ genoemd in Gen.6:1-4
In art c hopen we onze bespreking voort te zetten