Samenvatting van de voorgaande artikelen
In de eerste drie artikelen heb ik getracht zo objectief mogelijk een overzicht te geven van de twee voornaamste opvattingen over het duizendjarig rijk. Vanaf het vierde artikel heb ik mijn mening gegeven over de opvatting dat het 1000j rijk ergens in het verleden is begonnen.
Ik stelde o.a. dat de uitdrukking “opdat hij de volkeren niet meer zou verleiden” niet inhoudt dat hij de mensen individeel nog wel kan verleiden. Ik grondde dat op de absolute viervoudige “binding” en “opsluiting” van de satan. De vraag blijft natuurlijk waarom er dan niet staat “ opdat hij de mensen niet meer zou verleiden”?
Wel, in de Openbaring gaat het niet om de verleiding van individuen om ieder hun eigen zonde, te laten bedrijven, maar om de strijd van satan tegen God en diens Gezalfde, de Heer Jezus Christus. Deze strijd omvat o.a. dat satan zich keert tegen de dienstknechten van God op aarde. Ik laat nu in het midden of deze dienstknechten de Gemeente vormen of niet.
Op zichzelf is dat wel een belangrijk onderwerp maar het is niet nodig dit uit te werken in verband met het antwoord op de vraag, waarom hier sprake is van “niet verleiden van de volken”.
Aktiviteit van de volken
Nu moeten we bedenken dat satan in deze srtijd tegen God en zijn dienstknechten op aarde, de volken verleidt om zich tegen God te keren, afgoderij te bedrijven en de dienstlknechten van God te vervolgen.
Over deze aktiviteit van de volken lezen we bijvoorbeeld in Op. 11. Het gaat dan om het woeden van het beest tegen de getuigen van de Heer in de stad “waar ook hun Heer gekruisdigd is”.
Over de opstandige volken (naties) is ook sprake in Op 11:18. Vervolgens lezen we in Op. 19:19 dat het beest en de koningen van de aarde en hun legerscharen verzameld zijn om oorlog te voeren tegen Herm die op het paard zat, en tegen zijn leger. Het beest en de valse profeet worden gegrepen en in de poel van vuur geworpen. Daarna volgt dan Op. 20:3 met de mededeling dat de satan gegrepen wordt en gebonden opgesloten wordt opdat hij de volken niet meer verleiden zal. Deze tekst slaat dus terug op de aktiviteiten van de volken waarover in de voorgaande hoofdstukken van het boek gesproken is. Als satan na de 1000jaar losgelaten wordt zal hij opnieuw de naties verleiden. Nu is niet meer sprake van hetbeest, want die is met de valse profeet in de hel geworpen en zijn rijk is te gronde gegaan, maar nu wordt gesproken over de volken die aan de vier hoeken van de aarde zijn.
Kortom: Het is dus helemaal in de lijn van het boek dat de binding van satan in Openb. 20:3 speciaal vermeld wordt in verband met het niet meer misleiden van de volken.
De toetsing van mening A wil ik nog even voortzetten, daarbij komen D.V. de volgende punten ter sprake:
-heeft Christus na de hemelvaart zijn Messiaanse heerschappij aanvaardt?
-regeren de ontslapen heiligen met Hem;
-spreekt Op 20: 4 over een geestelijke of een lichamelijke opstanding?
-is er maar één opstanding?