Betreft: Nm.6: 1 vv en Mt.2: 23
Vraag:
Wat is een nazireeër? Wordt ook Jezus een nazireeër genoemd?
Antwoord:
Een nazireeër is iemand die een gelofte van nazireeërschap had afgelegd. Dat wil zeggen een gelofte van ’toewijding’ aan God. Zo iemand moest zich gedurende de tijd dat deze gelofte gold van drie dingen onthouden:
- hij mocht zijn haar niet laten knippen (dat ziet op het zich afhankelijk weten van God)
- hij mocht geen wijn drinken (dat ziet op zich niet laten bedwelmen door aardse vreugde) en
- geen dode aanraken (dat ziet geestelijk op het niet je vereenzelvigen met deze wereld die in de dood ligt).
Men kon tijdelijk een nazireeër zijn, dus een gelofte afleggen voor een bepaalde tijd; er waren echter ook nazireeërs voor hun hele leven, denk aan Simson.
Jezus Christus was geen nazireeër in de letterlijke zin van het woord hoewel Hij meer dan wie ook God toegewijd geleefd heeft. Hij wordt wel een Nazoreeër (St. vert Nazarener) genoemd (Mt. 2: 23). Dit betekent volgens velen ‘iemand die in Nazareth woont’ of ‘uit Nazareth afkomstig is’. Er is echter geen enkele plaats in de profeten te vinden waar dit zo gezegd wordt. Anderen menen daarom dat met deze naam niet op Nazareth wordt gedoeld, maar dat het woord een afleiding is van het woord ‘netser’ dat spruit betekent.