Openbaringen 01:10 De dag des toorns

Betreft: Openb. 1:10

Vraag:

Is in dit vers sprake van de dag des toorns ofwel van de dag des Heren, die komen gaat?

Antwoord:

Van dit vers worden twee uitleggingen gegeven, namelijk
a. Het betreft de toekomende oordeelsdag;
b. Het betreft de zondag, de eerste dag van de week.

Volgens de eerste uitleg wil de tekst zeggen, dat Johannes, terwijl hij daar op Patmos verbannen was, in de Geest vooruit verplaatst werd om te zien wat er op de dag des Heren zou gebeuren.

Volgens de tweede uitleg heeft God aan Johannes de Openbaring van Jezus Christus meegedeeld op de dag, waarop de opgestane Heer te midden van Zijn discipelen verscheen.

Als we de beide tegen elkaar afwegen dan valt er veel voor de tweede mening te zeggen en tegen de eerste mening in te brengen, en wel:

-Terwijl de oordeelsdag altijd aangekondigd wordt als de dag van de Heer, wordt hier gesproken over des Heren dag. De volgorde is dus net andersom. Het gaat dus om de dag die de Heer toebehoort en dat bepaalt de gedachten toch sterk bij de zondag. Waarom namelijk die omkering als het om de dag des Heren zou gaan?

-Een groot gedeelte van het boek behandelt de tijd en de gebeurtenissen, die aan de dag des Heren voorafgaan. Dat is in ieder geval zo wat hoofdstuk 2 en 3 betreft, maar het geldt eveneens voor de oordelen, die aan de komst van de Heer voorafgaan. Er zijn namelijk sterke argumenten voor aan te dragen dat de dag des Heren zelf pas begint met de verschijning van Christus.

    Een verschil van gedachte hierover zal er echter altijd wel blijven, omdat de eerste opvatting toch een sterk aansprekend karakter heeft.

    Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies