Betreft: Openb. 2:26, 27
Vraag:
Slaat vers 27 niet alleen op Jezus Christus? Hij zal hen hoeden is toch niet hetzelfde als ‘zij’. Trouwens wie zijn wij, dat we zouden kunnen oordelen?!
Antwoord:
Johannes schrijft de zeven brieven aan de zeven gemeenten in opdracht van de Heer Jezus, zie Openb. 1:19. De aanhef van elke brief maakt ook duidelijk dat de Heer Jezus zelf de schrijver is, zie o.a. Openb. 2:18. Dit maakt het al onmogelijk om onder de ‘hij’ van vs. 27 de Heer Jezus te verstaan. Het is ook daarom onmogelijk omdat er in vers 27 staat: ‘wie overwint….hem zal Ik macht geven’ en ‘hij zal hen hoeden’. Met ‘Ik’ duidt de Heer Jezus op Zichzelf. Het woordje ‘hem’ en ‘hij’ slaat terug op vers 26: ‘wie overwint’. De woorden van de Heer over het macht geven over de volken, gelden dus ieder die overwint. ‘Hij’ staat in het enkelvoud, maar slaat terug op ‘wie overwint’ en dat doelt op ‘elk die overwint’. Zie Joh. 3:18: ‘Wie in Hem gelooft’; het woordje ‘wie’ duidt daar ook niet op een enkele persoon, maar op allen die geloven. In Ps. 2:9; Openb. 12:5 en 19:15 wordt op de Heer Jezus geduid. Hij zal de volken oordelen. Openb. 2:27 laat zien dat wij (de gelovigen met Hem delen in zijn macht.
Wie zijn wij? In en uit onszelf hebben we geen enkel recht om anderen te oordelen, maar Christus maakt ons daartoe bekwaam. Ieder die in de Heer Jezus gelooft, is met Hem verbonden en deelt in zijn glorie. Dat de gelovigen de wereld zullen oordelen, lezen we heel duidelijk in 1 Kor. 6:1-3. Zelfs engelen zullen we oordelen. Zie over ‘mee-oordelen’ en ‘mee-regeren’ ook Openb. 3:21.