Openbaringen 06:02 Het witte paard

Betreft: Openb. 6:2; Ezech. 14:21

Vraag:

a) waarom kan het witte paard niet iets gunstigs voorstellen, het is toch ‘wit’?
b) In Ezech. 14:21 lezen we over vier plagen, waarvan er drie direct met de paarden van Openb. 6 overeenstemmen. Stemt het oordeel van de wilde dieren dan niet met het witte paard overeen?
c) De ruiter op het witte paard zou een verschijning van een vredelievende overwinnaar kunnen zijn. Als het Jezus Christus was, zou “‘hem’ werd een kroon gegeven” toch met een hoofdletter moeten staan?

Antwoord:

a) Wit is de kleur van de vrede. Het witte paard moet dus vrede voorstellen. Het kan echter alleen maar schijn zijn. Omdat de zegels te maken hebben met gerichten en de andere drie paarden ook duidelijk gerichten aankondigen, zou het vreemd zijn als het witte paard iets gunstigs, in dit geval ‘echte’ vrede zou aankondigen. Vandaar dat we denken aan een schijnvrede, een schijnevangelie of het optreden van schijn-heilanden.

b) Daarmee is echter ook een reden aangevoerd om niet aan de plaag van wild gedierte te denken: in dat geval handhaven we wel het karakter van gericht, maar houden we geen rekening met het feit dat het een ‘wit’ paard is.

c) Inderdaad is het een (ogenschijnlijk) vredelievende overwinnaar. Het is echter niet een voorstelling van Jezus Christus zoals sommigen menen. Het gaat om gerichten die over de aarde komen. De kwestie van hoofdletter of kleine letter zegt in dit opzicht echter niets, want in het Grieks schreef men oorspronkelijk enkel hoofdletters. Men kon aan ‘hem’ of ‘hij’ dus niet zien of het over God/Christus of over een mens ging. De samenhang moet duidelijk maken wie er bedoeld is.
Wanneer men in een vertaling hier ‘hem’ met een hoofdletter zou schrijven zou men daarmee uitleg en vertaling vermengen.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies