Betreft: Openb. 20:14
Vraag:
Is de tweede dood een tweede oordeel?
Antwoord:
Toen Adam en Eva zondigden werden zij sterflijke mensen. De Heer had gezegd dat als ze van de boom aten, zij de dood zouden sterven (Gen. 2:17). Ze vielen toen ze ongehoorzaam waren niet meteen dood neer, maar ze werden sterfelijk. Volgens sommige uitleggers staat er ‘zult gij stervende sterven’. De Bijbel spreekt dan ook over de mensen als over ‘stervelingen’ of ‘sterfelijke mensen’ (2 Kor. 14:11; Rom. 6:12; 8:11; 1 Kor. 15:53, 54; 2 Kor. 4:11; 5:4). Als mensen hier op aarde sterven dan is dat de eerste dood en die is het loon op de zonde (Rom. 6:23).
Je zou dit het eerste oordeel over de mensen kunnen noemen. Vanwege hun zonden rust de toorn van God op elk mens (vgl. Joh. 3:36) en in principe zijn we al geoordeeld als we niet geloven in de Heer Jezus.
Onder die toorn kunnen we echter uit komen door ons te bekeren en in de Heiland te geloven. Dan gaan we over vanuit een geestelijke doodstaat voor God in het leven en komen we niet in het oordeel (Joh. 5:24).
Deze ‘eerste dood’ nomen we ook wel de ‘lichamelijke’ dood. Deze lichamelijke dood is echter niet het eind. Na de opstanding ten oordeel, worden de ongelovigen geworpen in de poel van het vuur, die (als vervolg op de eerste dood, de lichamelijke dood) dan ook de tweede dood genoemd wordt. In zekere zin kunnen we die tweede dood ook wel een tweede oordeel noemen.
De gelovigen staan niet op ten oordeel, maar ten leven en over hen heeft de tweede dood geen macht (Openb. 20:6). Er is dus redding mogelijk en de vraag is maar of de mens die redding wil aanvaarden.