Betreft: Pr 7: 26
Vraag:
Wat voor vrouw wordt in deze tekst bedoeld?
Antwoord:
Dit vers slaat niet op de vrouw in het algemeen, maar op een overspeelster of op een hoer. Dezelfde soort beschrijving hebben we in Sp 2: 16-19, 5: 3-10 en 6: 24-35.
In Pr 7. 26 gaat het namelijk om de vrouw die een valstrik is. Vers 28 is moeilijker te verklaren.
De prediker wil zeggen, dat het een hele toer is om onder duizend mensen echt een mens te vinden (denk aan Diogenes, die op klaarlichte dag door de stad liep met een lantaarn in zijn hand en die op de vraag wat hij deed antwoordde: ‘ik zoek mensen’). Maar Prediker acht het nog moeilijker een goede vrouw te vinden. Salomo zelf is met zijn 1000 vrouwen kennelijk niet gelukkig geweest. Anderzijds wordt de goede huisvrouw in het boek der Spreuken hoog geroemd (Sp.31).