Betreft: Rm 1: 16; 2: 9,10
Vraag:
1) Betekent de uitspraak ‘eerst de Jood, dan de Griek’ hetzelfde als ‘zowel Joden als Grieken’? Of geeft het aan dat de Joden voorop moeten gaan en de Grieken daarna?
2) Had er in plaats van Griek ook Romein kunnen staan?
3) Waarom niet de vergelijking: christen-heiden
4) Waarom wordt de Jood steeds als eerste genoemd?
Antwoord:
1) Dat laatste is het geval. Aan de Joden moest het heil eerst worden aangeboden. We zien dat duidelijk aangegeven in Hd 13: 46, waar we deze uitspraak van Paulus lezen: ‘Het was nodig dat eerst tot u het woord Gods werd gesproken, doch nu gij het verstoot….wenden wij ons tot de heidenen.
Deze voorrang van de Jood is gehandhaafd totdat ook de Joden ‘in de verstrooiing’, d.w.z. de Joden buiten het land Israël, bij monde van de Joden in Rome als het ware, het heil verwierpen. Lees Hd 28: 23-28.
2) Het woord Griek slaat hier niet alleen op de bewoners van Griekenland, maar op alle niet-Joden. Omdat in het Romeinse rijk het Grieks de gemeenschappelijke taal was, kreeg het woord ‘Griek’ een ruimere betekenis. Had er Romein gestaan dan had men dat veel eerder kunnen opvatten als alleen de bewoners van Italië. Er had voor ‘Griek’ wel ‘niet-Jood’, ‘heiden’ of ‘iemand van de ‘volken’ kunnen staan. Die laatste term wordt trouwens op andere plaatsen wel gebruikt (zie Hd 28: 28).
3) Toen het evangelie na de Pinksterdag zijn loop in de wereld begon, waren er godsdienstig gezien maar twee soorten mensen, te weten: Joden en niet-Joden of heidenen. De derde ‘soort’ , christenen, ontstond pas door de prediking van het evangelie.
4) Deze volgorde heeft God bepaald. God heeft Abraham geroepen en beloofd dat hij een groot nageslacht zou krijgen. Dat nageslacht (in de lijn van Isaäk en Jakob) heeft God verkoren tot Zijn volk. Uit hen zou de Messias geboren worden en zij moesten eerst in de gelegenheid gesteld worden om die Messias aan te nemen. Zo is Gods weg geweest en Hij is soeverein om dit zo te bepalen.