Romeinen 01:24 Bewaart God hen die Hem zoeken voor dergelijke zonden?

Betreft: Rm 1: 24-32

Vraag:

De reactie van God op de afval van de mens bestaat daarin: dat Hij hen overgeeft aan allerlei zondige daden.
Kun je dan zeggen dat God de mensen die Hem zoeken voor dergelijke zonden bewaart of weten gelovigen zelf uit Gods Woord hoe een christen behoort te leven?

Antwoord:

Dit overgeven van God aan zondige daden zien we in het heidendom, dat na de zondvloed is ontstaan. Omdat men God niet in gedachten hield zonken alle volken weg in pure afgoderij en bandeloosheid.
Uit die volken heeft God Abraham geroepen en Israël gevormd waaruit de Verlosser geboren zou worden. Daar Israël zijn Messias verwierp kwam het heil tot de volken en trok God heidenen uit de poel van verderf waarin ze zichzelf gestort hadden.

Degenen, die door God geroepen zijn en christen zijn geworden, worden enerzijds door God bewaard, zoals we lezen in Jd 1: 24. Anderzijds hebben we de opdracht onszelf te bewaren zoals in vers 20 staat. Het een (Gods kant) sluit het ander (onze kant van verantwoordelijkheid) nooit uit.

Als het gaat om wat we te doen en te laten hebben: daarvoor is Gods Woord onze gids. De kracht om die weg te gaan hebben we echter niet uit onszelf, die moeten we bij de Heer zoeken, die ze ons wil geven door zijn Geest…

Als (naam) christenen echter niet meer luisteren naar Gods Woord en op dezelfde wijze God in de steek laten als de nakomelingen van Noach deden, dan geeft God hen ook over aan hun verkeerde lusten.
Het einde van de christenheid (niet van de gemeente zelf) is niet veel beter dan die van het heidendom, de schildering van 2 Tm 3 spreekt helaas duidelijke taal.

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies