Romeinen 04:01 Wat, hoe of waardoor wordt de goddeloze gerechtvaardigd?

Betreft: Rm 4: 1-8

Vraag:

Als je gelooft, probeer je je werken daarmee in overeenstemming te laten zijn. Hoe kan er dan staan ‘hem die niet werkt, maar zijn geloof vestigt op Hem die de goddeloze rechtvaardigt, enz.’ Wat, hoe of waardoor wordt de goddeloze gerechtvaardigd?

Antwoord:

a. In Rm. 1 t/m 3 heeft Paulus aangetoond dat:

1) de heidenen schuldig staan voor God omdat ze de taal van de schepping naast zich hebben gelegd.

2) de Joden schuldig zijn voor God want ze overtraden de wet, kortom allen zondigden en maakten zich het eeuwig oordeel van God waardig.

b. Zo staan ook nu nog steeds alle mensen schuldig of ze nu van huis uit kerkelijk zijn of onkerkelijk. We hebben namelijk allemaal stuk voor stuk gezondigd. Er is b.v. geen mens die naar waarheid kan zeggen: Ik heb nooit, maar dan ook nooit gelogen; ik heb nooit iets kwaads begeerd. Ieder mens is een zondaar, een godde-loze.

c. de grote vraag is nu: hoe krijgt de zondaar zijn zaak met God in het reine? Heel persoonlijk gezegd: hoe kom ik van mijn zondeschuld af? Om die vraag gaat het in Rm.3 (2e deel) en Rm.4!! En dus niet om de vraag: hoe moet je als gelovige leven, moet je dan ook goede werken doen, enz. Over de praktijk van het leven als gelovige spreekt de apostel pas in hoofdstuk 12.

d. Nu stelt de apostel twee wegen om met God in ‘t reine te komen naast elkaar.
1 werken 2 geloven namelijk namelijk in de wet houden Jezus Christus die op
het gaat dus om werken der ‘t kruis de straf, het oordeel wet die je zo verdienstelijk voor onze zondeschuld, droeg. zouden maken dat God zegt: Oké, nu heb je genoeg gepresteerd.

e. De eerste weg (1) wijst de apostel af. We kunnen uit onszelf de wet niet houden. We overtreden de wet. Trouwens, als je eenmaal gelogen hebt kun je met tienmaal de waarheid spreken die ene leugen niet uitdelgen. Het feit dat je gelogen hebt blijft bestaan.

f. De andere weg (11) wijst de apostel als enige weg aan en hij toont aan, dat de leer, dat iemand gerechtvaardigd wordt op grond van geloof, geen nieuwe vinding van hem is, maar al in het Oude testament verankerd ligt en hij voert als voorbeeld twee personen aan nl. Abraham en David.

g. Nu dan de vers voor vers de uitleg.
Vers 1 betekent: heeft Abraham door vleselijke inspanning, door werken en nog eens werken zich aanvaardbaar voor God gemaakt en gerechtigheid verkregen? (weg 1 van punt d).
Vers 2: Maar zo is ‘t ook niet gebeurd. Want het schriftwoord zegt dat Abraham de rechtvaardigverklaring ontving op grond van geloof. Abraham geloofde God en toen rekende God af met heel zijn zondeschuld en verklaarde hem onschuldig, rechtvaardig (zie weg 11 punt d).

Vers 4: Als Abraham toch op grond van werken gerechtvaardigd zou zijn, dan had dat niets met genade te maken. Nee, dan zou God verplicht zijn hem als beloning te rechtvaardigen. Hij had er immers voor gewerkt en het door werken verdiend?! Zo zou ‘t dan zijn, maar zo is ‘t niet gebeurd en zo kon het ook niet (zie nog eens punt e).

Vers 5: Als je – als goddeloze, als zondaar – ‘niet werkt’ d.w.z. niet door werken probeert je tot God op te werken, maar je gelooft in God dan rekent God je je geloof tot gerechtigheid. Dan rekent God je je zondeschuld niet meer toe omdat Jezus Christus die op ‘t kruis gedragen heeft.

Vers 6: Die rechtvaardigverklaring kende David ook. Hij had gezondigd en zwaar ook. Kon hij dat kwaad ooit goed maken door werken? – Neen! Hij had vergeving nodig en dat is een kwestie van Gods genade!!

h. Betekent dat nu dat je als gelovige je armen over elkaar kunt vouwen en kunt zeggen: Ik ben gerechtvaardigd, dus leef ik zoals ik zelf wil? Nee, als iemand dat zou doen zou hij duidelijk bewijzen geen gelovige te zijn. Een gelovige heeft de liefde en de genade van God leren kennen en zal God willen dienen uit dankbaarheid. Hij zal ‘goede werken doen’, niet om er door gerechtvaardigd te worden, maar omdat hij gerechtvaardigd is!

i. Waardoor wordt de goddeloze dus gerechtvaardigd? Door geloof in Jezus Christus. Hoe kan dat dan?
Wel, Jezus Christus onderging op het kruis het oordeel van God en ieder die i n Hem gelooft, ontvangt van God voor eeuwig vergeving. Zijn schuld is uitgedelgd – weg!!
Enkel en alleen op grond van de zoendood van Jezus Christus.
Lees Rm 3: 23,24 en 5: 6-11!

Jaapfijnvandraat.nl maakt gebruik van cookies